Het regelen van het ouderlijk gezag over kinderen aan iemand die niet de ouder is, wordt vanaf 1796/1811 ‘voogdij’ genoemd. Dat gebeurt het meest na overlijden van één van de ouders. Daaraan komt altijd een rechterlijke beslissing te pas. Dit levert in de nieuw-rechterlijke archieven documenten op waarin een soort momentopname van de gezinssituatie te vinden is: de samenstelling van het gezin, de woonsituatie en de verhoudingen met andere familieleden.
Wat is voogdij?
Elk kind dat uit het huwelijk van een echtpaar is geboren staat, zolang het minderjarig is, onder gezag van de ouders. Dat wil zeggen dat de ouders de zorg hebben voor de persoon en de goederen van het kind. Ze vertegenwoordigen het zo nodig in burgerlijke handelingen. Overlijden of scheiden ouders of worden ze uit de ouderlijke macht ontheven of ontzet, dan moeten er voogden worden benoemd. Die nemen de ouderlijke taken over. Is één van de ouders overleden, dan is de andere van rechtswege voogd over de kinderen. Daarnaast moet dan een toeziend voogd worden benoemd. Ook voor een kind dat buiten een huwelijk is geboren moet een toeziend voogd worden aangesteld.
Welke gevallen?
In deze zoekgids wordt alleen de voogdijregeling door de vrederechters (1796/1811-1838) en kantonrechters (1838-1989) behandeld. Zij kwamen in de volgende gevallen in actie:
- bij overlijden van een van de ouders is de overgebleven ouder in het algemeen wettelijk voogd. De rechter hoeft daarvoor niets te regelen. Wel moet er een toeziend voogd worden aangesteld;
- bij overlijden van beide ouders benoemt de rechter een voogd en een toeziend voogd;
- bij geboorte van een kind buiten het huwelijk, als een ongehuwde vrouw een kind krijgt, moet een toeziend voogd worden benoemd.
Als een rechtbank een voogdij regelde, was dat altijd gerelateerd aan een andere zaak: echtscheiding, faillissement of ontheffing (of ontzetting) uit de ouderlijke macht. Voor enkele van deze zaken zijn afzonderlijke zoekgidsen beschikbaar.
Welke archieven?
De archieven van de vredegerechten (1796/1811-1838) en kantonrechters (1838-1989) worden bewaard in het Zeeuws Archief. De archieven vanaf 1990 zijn in beheer bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda.
De archieven van de vrederechters zijn beschreven in één verzameltoegang ‘Rechterlijke Archieven 1796-1838’, de archieven van de kantongerechten in afzonderlijke toegangen per archief.
Archieven van vrederechters
Bekijk de beschrijvingen van de archieven van de vrederechters 1796/1811-1838 (toegang 12)
www.zeeuwsarchief.nlArchieven van kantonrechters
Bekijk het overzicht van de archieven van de kantonrechters 1838-1989 (toegangen 703-715)
www.zeeuwsarchief.nlWelke stukken?
De archieven van vrederechters (1796/1811-1838) bevatten vaak gedetailleerde informatie. De vrederechter trad namelijk op als voorzitter van de ‘familieraad’, een groep naaste familieleden die na het overlijden van (één van) de ouders bij elkaar moest komen, vaak in het woonhuis van een betrokken familielid, om een (toeziend) voogd aan te wijzen.
Behalve de beschikking of akte waarbij de voogd wordt benoemd zijn in de archieven van de kantongerechten vanaf 1838 verder geen stukken over een voogdij te vinden. Slechts in zeldzame gevallen tref je in archieven van kantongerechten ook het verzoekschrift aan.
Voorbeeld
Op 7 april 1835 verschijnen familie en vrienden van de 10-jarige Maria Ribbe voor de vrederechter te Kortgene. Maria is de dochter van Abraham Ribbe en Leuntje Mulder. Haar moeder is in december 1834 in Wissenkerke overleden. De familie en de vrienden verklaren dat zij in familieraad bijeen zijn geweest en Willem Mulder, timmerman en oom van het meisje, tot toeziend voogd hebben aangewezen. De vrederechter neemt hem vervolgens de eed af. Zeeuws Archief, Rechterlijke Archieven 1796 1838, inv.nr 1014.
Hoe moet ik zoeken?
Waar
De voogdij werd in principe geregeld door het vrede- of kantongerecht in de woonplaats van het kind. Zie voor de rechterlijke indeling van Zeeland de zoekgids ‘Voor de rechter vanaf 1796/1811’.
Wanneer
Het aanknopingspunt bij een voogdij is meestal de datum van overlijden van een ouder.
Welke rubriek
De beschikkingen van de vrede- en kantonrechter in voogdijzaken maken deel uit van de serie ‘akten en beschikkingen’. Deze zijn in het archief meestal te vinden onder de rubriek ‘buitengerechtelijke zaken’.
Om in de serie ‘akten en beschikkingen’ de juiste voogdijbeschikking te vinden kan je het best het repertorium raadplegen. Dit is een chronologische lijst van alle akten die zijn gepasseerd of opgemaakt. Van alle akten worden de datum en de korte inhoud opgegeven, en een nummer. Met datum en nummer kan het juiste pak ‘akten en beschikkingen’ aangevraagd worden.
Voogdij- en curateleregisters (tot 1909)
Tot en met 1909 hield de griffier van het kantongerecht een register bij met vermelding van de minderjarigen die onder voogdij of curatele werden gesteld. Hierin was ook ruimte voor het aantekenen van een bevestiging of herstelling van de moeder in de voogdij. De ene griffier hield het register in chronologische volgorde bij, de andere hanteerde een alfabetisch systeem. In dat eerste geval werd er soms een index gemaakt.
Deze registers zijn in de toegangen, afhankelijk van het precieze doel waarvoor ze gebruikt werden, beschreven aan het eind van de rubriek ‘civiele zaken’ of ‘buitengerechtelijke zaken’. De in deze registers voorkomende nummers verwijzen naar de akten.
Voogdijregister (vanaf 1909)
Vanaf 1909 wordt bij ieder kantongerecht een speciaal voogdijregister bijgehouden. Later is dit vastbladige register vervangen door losse voogdijregisterkaarten.
Een inschrijving in het voogdijregister wordt opgemaakt van iedere minderjarige die onder voogdij wordt gesteld. Dat gebeurt door het kantongerecht in het ressort van de geboorteplaats van het kind. Ook als het kind later buiten Zeeland woonachtig is, blijft de voogdijregistratie bij het oorspronkelijke kantongerechtsarchief actief. Gerechtelijke beslissingen met consequenties voor het gezag over het kind door andere gerechten worden aan de oorspronkelijke registratie toegevoegd.
Vanaf het moment dat het voogdijregister wordt bijgehouden in de vorm van losse kaarten, worden die opgeborgen op jaar van meerderjarigheid van het kind en daarbinnen alfabetisch op achternaam. Zoek je dus een voogdijkaart van iemand die in 1948 is geboren, dan kun je deze vinden in het archief van kantongerecht in het jaar (1948 + 21 =) 1969. Met behulp van de kaart zijn de stukken over een voogdij terug te vinden.
De registratie bevat de datum en het nummer van alle gerechtelijke beslissingen die consequenties hebben voor het gezag over het kind. Bovenaan op de kaart staat het jaar van meerderjarigheid genoteerd.
Het voogdijregister zijn in de toegangen op de kantongerechtsarchieven beschreven in de rubriek ‘buitengerechtelijke zaken’.
Openbaarheid
Zowel het voogdijregister als de voogdijregisterkaarten zijn openbaar. Iedereen mag deze inzien. Dat geldt niet voor de stukken in voogdijzaken zelf: de verzoekschriften, de notulen van de raadkamer en de beschikkingen. Zijn die stukken jonger dan 75 jaar, dan is inzage ervan doorgaans alleen mogelijk als het gaat om personen van wie je schriftelijk kunt aantonen dat ze zijn overleden of als het jezelf betreft.
Bij voogdij spelen Raden voor de Kinderbescherming en hun voorgangers dikwijls een rol. Slechts een klein deel van de archieven van die instellingen is bewaard gebleven. In ieder geval zijn ze niet ter inzage voor individuele gevallen.