Per 1 januari 1811 werden ook de Zeeuwse Eilanden bij het Franse Keizerrijk gevoegd. Datzelfde jaar werden lijsten of staten van inwoners opgemaakt.
De Zeeuwse eilanden kwamen onder het bestuur van de Prefect van de Monden van de Schelde.
Carte de sûreté of veiligheidskaart
Op 11 mei 1811 werd bij besluit van de Prefect de zogenaamde ‘carte de sûreté’ of veiligheidskaart ingevoerd. De kaart werd vanaf 1 juni 1811 verplicht gesteld voor het reizen buiten de eigen woonplaats. Daartoe kregen de maires (burgemeesters) van elke plaats de opdracht in de maand juli een staat van inwoners of ‘tableau des habitants’ te maken. De staten moesten worden ingeleverd bij de sous‑prefect van de drie arrondissementen van het departement. Op basis van deze lijsten kon de maire de genummerde ‘cartes de sûreté’ aan de inwoners uitreiken.
Persoonsgegevens
De staten van inwoners bevatten:
- naam
- adres
- beroep
- leeftijd
- het vermoedelijke geboortejaar
- geboorteplaats
- het jaar vanaf wanneer men in de betreffende gemeente woonde
- de laatste woonplaats
- eventueel het nummer van de ‘carte de sûreté’
De lijsten zijn helaas niet allemaal uniform opgesteld. Zo zijn er staten waarop alle inwoners, inclusief de pasgeborenen staan vermeld, maar er zijn ook staten, bijvoorbeeld van Veere en Zierikzee, waarop alleen de mannelijke bevolking vanaf 14 jaar is vermeld.
Van enkele gemeenten zijn de staten als het ware rondwandelingen door de bebouwde kom, waarbij ook onbewoonde huizen, bedrijfsgebouwen en de kerk worden genoemd.
De staten van inwoners kunnen worden geraadpleegd in de studiezaal van het Zeeuws Archief, in het archief van de Prefectuur van de Monden van de Schelde (inv.nrs 362‑370).
Raadplegen in de studiezaal
Staten van inwoners uit 1811
De staten van de inwoners zijn de inventarisnummers 362 tot en met 370 van de archiefinventaris. Bekijk de inventaris.
www.archieven.nl