De kerk als organisatie had in het verleden een veel grotere greep op de bevolking dan tegenwoordig. Het lidmaatschap van een kerkelijke gezindte was een voorwaarde om deel uit te maken van een lokale gemeenschap.
De kerk vervulde een brede functie op sociaal en cultureel terrein, waarbij kan worden gedacht aan de bemoeienis met de armenzorg, het onderwijs en de handhaving van zedelijke normen (censura morum).
Dat mensen naar de kerk gingen om er te trouwen, hun kinderen te laten dopen en te begraven is te lezen in Bevolkingsregistratie vóór 1796/1811. Daarnaast kunnen jouw voorouders op velerlei andere wijzen voorkomen in de kerkelijke archieven.
Misschien zijn jouw voorouders op grond van een afkeurenswaardige levenswandel ter verantwoording geroepen door de kerkenraad. Wellicht hebben ze een kerkelijke functie bekleed, zoals ouderling, diaken of kerkvoogd, of zijn ze in dienst van de kerk geweest, bijvoorbeeld als koster of organist. Maar het is ook mogelijk dat ze een huisje of enige grond hebben gepacht van de kerk, een graf gekocht, of een som gelds gelegateerd.
In de registers en losse stukken die de verschillende kerkelijke instellingen hebben nagelaten, kun je onderzoek doen.