In Zeeland waren er vier belangrijke sectoren waarin jouw voorouders werkzaam konden zijn: landbouw, visserij, handel en nijverheid. Door de gunstige geografische ligging ontwikkelde Zeeland zich vanaf de 13e eeuw tot een centrum van internationale handel.
De Walcherse steden waren als voorhavens van Brugge en Antwerpen zeer welvarend en trokken veel buitenlandse handelaren aan, die zich soms permanent in de steden vestigden. Na de val van Antwerpen in 1585 en de daaruit voortvloeiende sluiting van de Schelde verplaatsten de handelsactiviteiten zich meer naar Holland, met name naar Amsterdam. Toch bleven steden als Middelburg en Veere een belangrijke rol vervullen in de doorvoerhandel.
Steden hadden van oudsher een belangrijke rol in de handel. Hier ontmoetten kopers en verkopers elkaar op beurzen (markten). Deze waren vaak gericht op een bepaald product. Zo kenden veel steden vaste locaties voor de graanbeurs, de vismarkt, de vlasmarkt en de botermarkt.
Van individuele kooplieden is over het algemeen weinig in de archieven terug te vinden. In de stadsrekeningen van de Zeeuwse steden is van hun handel fragmentarisch het een en ander terug te vinden. Zij leverden vaak allerlei producten aan het stadsbestuur. Van enkele 17e- en 18e-eeuwse handelaren zijn fragmenten van hun administratie bewaard gebleven in een afzonderlijk archief of in een handschriftenverzameling bij de Zeeuwse archiefdiensten.
VOC en WIC
In de 17e eeuw werden handelscompagnieën opgericht. Dit waren verenigingen met het doel handel te drijven op het buitenland. Zo werden in 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) en in 1621 de West Indische Compagnie (WIC) opgericht.
De VOC verkreeg van de Staten-Generaal het octrooi van het handelsmonopolie voor het gebied tussen Kaap de Goede Hoop en Straat Magellaan. Deze compagnie bestond uit zes afdelingen of Kamers, waaronder de Kamer Zeeland in Middelburg die over een eigen scheepswerf beschikte. Bekende koloniën en vestigingen van de VOC waren onder andere de Kaapkolonie, Ceylon, Malakka, Nederlands-Indië, Formosa, Decima (Japan) en Negapatnam (India). In 1798 werd de VOC opgeheven.
De WIC kreeg in 1621 het monopolie voor de handel en scheepvaart op de westkust van Afrika en op Amerika. Deze compagnie had eveneens een vestiging in Middelburg. In 1791 werd de Kamer Zeeland van de West Indische Compagnie opgeheven.
In de archieven van de handelscompagnieën is niet alleen veel terug te vinden over de handel die werd gedreven, de uitreding van de schepen en de boekhouding, maar ook over het personeel. De VOC kamer Zeeland was in de 17e en 18e eeuw de grootste werkgever van Middelburg. Duizenden mensen werkten op de schepen, in de pakhuizen en kantoren aan de wal en op de scheepswerf.
De archieven van de VOC en de WIC worden bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag.
Verenigde Oostindische Compagnie
Raadpleeg de onderzoeksgids over de VOC van het Nationaal Archief.
www.gahetna.nlWest-Indische Compagnie
Raadpleeg de inventaris van het archief van de West-Indische Compagnie (WIC) in het Nationaal Archief.
www.gahetna.nlToch zijn in het Zeeuws Archief nog veel andere bronnen over deze compagnieën te raadplegen, onder andere archieven van bewindhebbers die zijn terug te vinden in familiearchieven. Een overzicht van bronnen betreffende de VOC in de archieven en verzamelingen van het Zeeuws Archief is beschikbaar in de studiezaal (GIDS 23).
In de Genealogische Afschriften zijn uittreksels opgenomen van Zeeuwen die in de monsterrollen van de VOC Kamer Zeeland voorkomen (periode 1671-1794). De website van het Nationaal Archief bevat een database van alle opvarenden in dienst van de VOC. De informatie is afkomstig uit de scheepssoldijboeken. De registers van de kamer Zeeland te Middelburg bevatten de namen van zo’n 150.000 personen.
VOC-opvarenden
Zoek naar opvarenden van schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) via het Nationaal Archief. Deze database bevat de namen van 774.200 opvarenden.
www.gahetna.nlIn het archief van de Rekenkamer van Zeeland bevinden zich ook de aanslagen van erfgenamen van zeelieden in dienst bij de handelscompagnieën (index in Genealogische Afschriften 412).
MCC
De Middelburgse Commercie Compagnie (MCC) ging in 1720 van start met reizen tussen de Oostzee en Frankrijk, maar kort daarna volgden uitredingen naar het Caraïbisch gebied, Suriname en naar Afrika, met name naar Guinee. Na 1730, toen het monopolie van de West-Indische Compagnie op de slavenhandel van Afrika naar Amerika werd doorbroken, begaf de MCC zich ook op deze markt.
De slavenhandel of driehoekshandel ontstond: kapiteins voeren met hun schepen vanuit Middelburg met textiel, wapens en andere goederen naar West-Afrika om daar de goederen tegen slaven te ruilen. Vervolgens werd koers gezet naar West-Indië, waar de slaven werden verkocht aan plantagehouders. De producten van deze plantages, zoals suiker, koffie, tabak en cacao vormden de lading op de retourreis naar Europa.
Ook de MCC had veel mensen in dienst. De namen van de personeelsleden zijn terug te vinden in de monsterrollen. Van de meeste uitredingen is de administratie bewaard gebleven. Onder de opvarenden waren veel Zeeuwen, die vooral de hogere functies uitoefenden. In de monsterrollen staat aangetekend de naam en functie van de opvarenden, de door hen ontvangen gage en vermelding van overlijden of ontslag. Daarnaast bevinden zich in het archief ook door ‘schepelingen’ overlegde verklaringen, testamenten en volmachten. Deze werden bij de directie ingeleverd om de nalatenschap in geval van overlijden te kunnen afhandelen. De monsterrollen en de registratie van verklaringen, volmachten en testamenten zijn nader toegankelijk gemaakt. Het Zeeuws Archief heeft het volledige archief van de MCC gedigitaliseerd en online gepubliceerd.
Archief van de MCC online
Bekijk het gedigitaliseerde archief van de Middelburgse Commercie Compagnie via de inventaris.
www.zeeuwsarchief.nlLiteratuur
- P. Blom, ‘Twintig eeuwen Zeeuwen en hun handelaars’, in: Ach Lieve Tijd Zeeland 10
- R. Paesie, Geschiedenis van de MCC (Zutphen 2014)
- D. Roos, Zeeuwen en de VOC (Middelburg 1987)
- D. Roos, Zeeuwen en de Westindische Compagnie (1621-1674) (Hulst 1992)