Een doopinschrijving bevat veel minder informatie dan de geboorteakte van de burgerlijke stand.
Een volledige doopinschrijving vermeldt:
- de doopdatum
- de namen van de dopeling
- de namen van de ouders
- de namen van de getuigen.
De doop vond in de regel kort na de geboorte plaats, meestal binnen één week. Een uitzondering hierop vormen de doopsgezinden, die de volwassendoop kennen rond het twintigste levensjaar. Men hield voor de geborenen een geboorteregister bij.
Er is meestal een (familie)relatie tussen de doopouders en de getuigen.
Nauwkeurigheid
Meestal werd de naam opgetekend zoals die in de spreektaal werd uitgesproken. Vooral bij de rooms‑katholieke inschrijvingen komt dit veel voor. De pastoors trokken rond en kregen de namen te horen vanuit het kraambed. Bij de gereformeerden moest er een doopbriefje worden opgemaakt door de koster‑schoolmeester. Deze kende de gemeenteleden goed en kon een ‘uniforme’ spelling hanteren. Met het doopbriefje in de hand ging de vader naar de predikant, die het briefje overschreef in het doopregister.
Het komt nogal eens voor dat het ene jaar een kind werd geboren, maar kort daarna overleed en in het volgend jaar weer een kind werd geboren, dat dezelfde naam kreeg. Lang niet altijd is bij het eerste kind van dezelfde naam aangetekend dat het kort na de doop is overleden.
Het kind werd niet altijd in de geboorteplaats gedoopt of zelfs niet in de eigen kerk. Dat geldt vooral op het platteland in het algemeen en bij de katholieken in het bijzonder.
Dopelingen
Zoek direct naar dopelingen in Zeeuwen Gezocht, de personendatabase van het Zeeuws Archief.
www.zeeuwsarchief.nlBeschikbare doopboeken
Alle beschikbare doopboeken zijn ingevoerd in Zeeuwen Gezocht, de personendatabase van het Zeeuws Archief. Bekijk het overzicht van doopinschrijvingen per plaats.
/bronnen/zeeuwen-gezocht/doopinschrijving/