Belastingen tot 1800

Van een uniforme belastingheffing was tot 1800 geen sprake. Van de belastingen die in het gewest Zeeland werden geheven, is veel administratie bewaard gebleven. Een prachtige bron voor onderzoek naar het vermogen van jouw voorouders!

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een statenbond, waarin de gewesten in belangrijke mate hun soevereiniteit behielden. Van een uniforme belastingheffing was dan ook geen sprake. Door middel van het zogenaamde quotenstelsel betaalde elk gewest het benodigde percentage aan de Generaliteit. De term ‘gemeene’ of algemene middelen was daarom tijdens de Republiek meer van toepassing op de gewestelijke belastingheffing dan op die van de Generaliteit.

Zeeuwse Rekenkamer

Van de belastingen die in het gewest Zeeland werden geheven zijn vele gegevens bewaard gebleven. Vooral het rijke archief van de Zeeuwse Rekenkamer (1597‑1805) is vanwege de gedetailleerdheid van het bewaard gebleven materiaal uniek. Hierin bevinden zich niet enkel de rekeningen van de tientallen belastingontvangers, maar ook de bijlagen of acquitten bij de rekeningen. In die bijlagen vind je de gegevens over de in de diverse belastingen aangeslagen personen.

Plaatselijke belastingen

De steden en het platteland kenden ook een aantal plaatselijke belastingen, vooral eigen accijnzen. De plattelandsgemeenten hieven vaak een soort hoofdelijke omslag, op basis van criteria waarbij rekening werd gehouden met de draagkracht van de belastingplichtigen, bijvoorbeeld het aantal leden van de huishouding, het areaal aan landbouwgrond en de grootte van de veestapel. Bovendien hadden de bewoners van het platteland nog te maken met de heffing voor de polders, het zogenaamde dijkgeschot.

Om een bepaalde persoon in deze archieven te kunnen terugvinden is het belangrijk te weten:

  • of een belasting jaarlijks werd geïnd
  • of de belasting door overheidsfunctionarissen werd gecollecteerd of was verpacht
  • wie voor een belasting in aanmerking kwamen

Periodiek, per gelegenheid of incidenteel?

Iemand kon op verschillende manieren voor een bepaalde belasting worden aangeslagen:

Periodiek

Voor belastingen als het dienstbodengeld werd elk jaar een lijst opgesteld van wijkbewoners met huispersoneel. Hetzelfde geldt voor een ‘inkomensbelasting’ als het familiegeld. Ook hierin komen dezelfde personen elk jaar voor. Dit soort lijsten kunnen de onderzoeker onder meer helpen de verblijfplaats van het familielid te achterhalen en deze door de jaren heen te volgen in eerdere en latere lijsten.

Per gelegenheid

Ook werd belasting geheven bij specifieke gelegenheden die zich niet regelmatig voordeden, bijvoorbeeld bij koop en verkoop van onroerend goed. Mooie voorbeelden van belangrijke ‘gelegenheidsbelastingen’ zijn verder het trouwgeld en het successierecht.

Incidenteel

Had de overheid grote behoefte aan geld, bijvoorbeeld in geval van oorlog, dan konden incidenteel bepaalde zaken belast worden. Zo werd in de jaren 1601, 1606, en 1694-1698 iedereen met een vuurplaats in huis belast met het zogenaamde haardstedengeld. Overigens hadden dergelijke incidentele heffingen nogal eens de neiging structureel te worden.

Collecte of verpachting?

Het is van belang te weten of een belasting door overheidsfunctionarissen werd geïnd of gecollecteerd, of aan particulieren werd verpacht. Alleen bij inning door overheidsdienaren zelf zijn de gegevens over de individuele belastingplichtigen bewaard gebleven in de archieven van de Zeeuwse Rekenkamer. In dat geval bevinden de kohieren met de persoonsgegevens zich als bewijsstuk in de bijlagen bij de rekeningen.

Bij verpachting kon iemand een belasting pachten tegen een vooraf te betalen som. Hij was dan zelf verantwoordelijk voor de feitelijke inning. Voor het gewest Zeeland was de administratie van zo’n pachter zelf niet interessant, de pachtsom was immers al binnen.

Belastingen Rekenkamer Zeeland

De administratie van veel belastingen en heffingen is bewaard gebleven in het archief van de Rekenkamer Zeeland, in het Zeeuws Archief bewaard. Het merendeel beslaat circa de periode 1600‑1800.

  • Haardstedengeld
  • Dienstbodegeld
  • Karos-, wagen- en paardengeld
  • Trouwgeld
  • De 40e penning op de transporten van onroerend goed
  • Familiegeld/hoofdgeld
  • Collaterale successie

Rekenkamer D van Zeeland

Bekijk de inventaris van Rekenkamer D van de Rekenkamer Zeeland voor: haardstedengeld, dienstbodengeld, karos-, wagen- en paardengeld, trouwgeld, de 40e penning, familiegeld en collaterale successie.

www.archieven.nl

Belastingen in gemeentearchieven

Ook in de archieven van de meeste oude stads- en dorpsbesturen zijn kohieren van de hiervoor genoemde gewestelijke belastingen terug te vinden, met uitzondering van het trouwgeld.

In bijvoorbeeld de archieven van de stadsbesturen van Goes en Brouwershaven zijn ook de gegevens over de verpachting van de inning van de gewestelijke belasting aanwezig.

Ook in de inventarissen van de oud rechterlijke archieven van de Zeeuwse eilanden staan kohieren van diverse gewestelijke, maar ook plaatselijke belastingen beschreven.

Aangezien in het archief van de Rekenkamer van Zeeland de kohieren van de verschillende belastingen over de periode dat de inning ervan aan particulieren werd verpacht ontbreken (vooral eerste helft 18e eeuw), vormen de series in de stads- en dorpsarchieven een goede aanvulling.

Zeeuws-Vlaanderen

Voor alle bronnen vóór 1814 geldt dat deze betrekking hebben op de huidige provincie Zeeland zonder Zeeuws-Vlaanderen. Staats-Vlaanderen, ressorteerde vrijwel geheel direct onder de Raad van State in Den Haag. Belastinggegevens betreffende Staats-Vlaanderen, voor zover bewaard, bevinden zich daarom in het archief van de Raad van State, in het Nationaal Archief in Den Haag en in de archief van het Vrije van Sluis in het Zeeuws Archief en het archief van Hulsterambacht, aanwezig in het Gemeentearchief Hulst.

Ook in de archieven van de lokale overheden komen belastinggegevens voor. In het archief van de magistraat van Hulst bevindt zich een complete serie kohieren (ingericht per wijk) en rekeningen van het haardstedengeld over de periode 1662-1796 en een serie kohieren van de personele quotisatie.

Een klein gedeelte van Staats-Vlaanderen, bestaande uit Terneuzen, Axel en Biervliet, viel onder de naam ‘Committimus’ wel direct onder het gewestelijke Zeeuwse bestuur. Vandaar dat je voor belastinggegevens uit deze plaatsen in het Rekenkamerarchief moet zijn.

Rekenkamer D - Terneuzen, Axel en Biervliet

Bekijk de inventarisdelen 2, 7, 8 en 10 van Rekenkamer D van de Rekenkamer Zeeland voor gegevens over het Committimus: Terneuzen, Axel en Biervliet.

www.archieven.nl

Literatuur

  • Gids voor historisch onderzoek in Zeeland (Amsterdam 1991), hoofdstuk ‘Het archief van de Zeeuwse rekenkamer, een schatkamer voor historici en genealogen’, p. 107-113.