Reizen vanuit de luie stoel is voor velen een favoriet tijdverdrijf. Dat was in de 18e eeuw ook al zo. Buiten- én binnenland werden verkend aan de hand van zogenaamde aardrijkskundige beschrijvingen. De ‘reisgids’ met afbeeldingen van Nederlandse steden en dorpen bleek een gat in de markt.
De eerste ‘gidsen’ in de 18e eeuw waren nog gebaseerd op ‘oudheidkundige’ of geschiedkundige beschrijvingen van een stad of dorp. Nieuw waren de ‘reisgidsen’ met geografische of aardrijkskundige beschrijvingen. In een handzaam formaat en al dan niet geïllustreerd met topografische prenten, verscheen publicatie na publicatie op de markt.
Meerdere delen gedurende enkele jaren
De publicaties werden uitgegeven in series met meerdere delen, die gedurende enkele jaren verschenen. Een uitschieter is ‘Het verheerlijkt Nederland of Kabinet van hedendaagsche gezigten’ van de uitgever Isaac Tirion. Tussen het verschijnen van het eerste en het negende deel lagen bijna dertig jaren!
Topografische prenten
De prenten bij de tekst bestonden uit topografische kaartjes en gezichten van steden en dorpen. Bij het bovengenoemde ‘Het verheerlijkt Nederland’ verschenen maar liefst 1000 prenten. Daarnaast werden de etsen ook los te koop aangeboden. De klant kon hierbij kiezen uit verschillende formaten én kwaliteiten van het papier. Wit fijn papier was aanzienlijk duurder dan grover, grijzer papier. De oplagen moeten gigantisch zijn geweest, – nu nog zijn losse prentjes uit het ‘Het verheerlijkt Nederland’ te koop op menige rommelmarkt.
Klant is koning
In de achttiende eeuw was de klant koning. Uitgevers deden grote moeite om zoveel mogelijk aan de persoonlijke voorkeuren van de klanten tegemoet te komen. Er was keuze te over. De tekst (een boekblok) was te koop met of zonder band en met of zonder prenten. Verder konden één of meerdere delen in een band worden gebonden, en dan was er nog de keuze uit een verscheidenheid aan banden, van papier of leer. Iedereen kon dus z’n eigen ‘reisgids’ samenstellen.
Kunstenaars
Bij de totstandkoming van de prentjes bij de beschrijvingen waren verschillende kunstenaars betrokken. De etsen bij het bovengenoemde ‘Het verheerlijkt Nederland’ waren gemaakt door Hendrik Spilman (1721-1784). Hij had ze gemaakt naar tekeningen van drie andere kunstenaars: Cornelis Pronk (1691-1759), Abraham de Haen (1707-1748) en Jan de Beijer (1703-ca 1785).
Tekeningen in het Zeeuws Archief
Eén van de opvolgers van het ‘Het verheerlijkt Nederland’ was de uitgave ‘Vaderlandsche geographie, of nieuwe tegenwoordige staat en hedendaagsche historie der Nederlanden’. De kunstenaar Karel Frederik Bendorp (1736-1814) maakte de etsen voor deze ‘reisgids’. Enkele tientallen voorbereidende tekeningen, die Bendorp bij zijn werk gebruikte, bevinden zich in de archieven en collecties van het Zeeuws Archief.
Postume uitgave
‘Vaderlandsche geographie, of nieuwe tegenwoordige staat en hedendaagsche historie der Nederlanden’ verscheen in vijf delen tussen 1786 en 1791/92. De auteur, de predikant Willem Albert Bachiene, was al lang overleden, maar het werk werd wel onder zijn naam op de markt gebracht. Het ging hier eigenlijk om een herdruk van ‘Beschrijving der Vereenigde Nederlanden’, dat veel eerder, tussen 1773 en 1778 was gepubliceerd. De tekst was een bewerking van het werk van de Duitse predikant Anton Friedrich Büsching en bevatte aanvullingen door Bachiene.
Verkoop van losse prenten
‘Vaderlandsche geographie’ werd door Gartman in Amsterdam uitgegeven. Ook hier was het mogelijk om tekstdelen en prenten los te kopen, zoals de bijgaande vermelding in de ‘Naamlijst van Nederduitsche Boeken’ uit 1794 laat zien. De etsen werden per reeks van twintig bladen verkocht. Elk blad bevatte één groot gezicht of twee kleine stads- of dorpsgezichten. Bij het deel Zeeland verschenen drie reeksen.
Walcheren en Zuid-Beveland
Zoals gezegd maakte K.F. Bendorp de etsen. Daarbij maakte hij gebruik van de tekeningen van twee andere kunstenaars, Jan Bulthuis (1750-1801) en J. Gardiner [of Gardenier] Visscher. De twee trokken er op uit om ‘naar het leven’ te werken. Bulthuis maakte meer uitgewerkte tekeningen en Gardiner Visscher vlot opgezette schetsen. Van deze laatste tekeningen of schetsen worden enkele tientallen in het Zeeuws Archief bewaard. Afgebeeld zijn dorpen op Walcheren en Zuid-Beveland.
Werkwijze kunstenaar
De tekeningen laten alle een beeld zien van een zonovergoten Zeeland. Lome, zomerse dagen waarop niet veel gebeurt, lijkt het wel. Inwoners zijn nauwelijks afgebeeld. Gardiner Visscher gebruikte een groot formaat papier, van gemiddeld 30 × 40 cm, en werkte snel. Eerst trok de kunstenaar met potlood een horizon en zette daarna een vlotte schets op. De voorstelling waste hij in met oost-indische inkt. Wie Gardiner Visscher was, is helaas onbekend.
Op de schetsen is naderhand aangegeven wáár de voorstellingen in de het drukwerk moeten komen. ‘Boven’ en ‘onder’ of ‘groot’ geeft aan of het een kleine of grote ets betreft en geeft bij de kleine etsen de positie op het blad aan. Waarschijnlijk zijn de notities van Bendorp zelf, die met de opmerking ‘Is gedaan’ aangaf een ets naar de schets te hebben voltooid.
Kopieën en kopieën
De tekeningen van Bulthuis en Gardiner Visscher werden dus ‘gekopieerd’ door Bendorp, die de voorstellingen in ets bracht. Maar ook de etsen van Bendorp werden gekopieerd. Bijvoorbeeld door Bulthuis zelf! Hij maakte ‘kopieën’ in oostindische inkt op hetzelfde kleine formaat als het prentje. Ook hiermee werd voorzien in een behoefte. Kunstverzamelaars betaalden namelijk graag voor ‘originele’ kunstwerken. Mr Jacob Verheije van Citters (1753-1823), was zo’n kunstverzamelaar. Hij legde de basis voor de grootste kunstverzameling aanwezig in het Zeeuws Archief, de collectie Zelandia Illustrata.
Maak zelf een reisje omstreeks 1790
Reis met behulp van de schetsen van Gardiner Visscher door dorpen op Walcheren en Zuid-Beveland. En geniet van de rust en het zonnige weer!
In de archieven en collecties van het Zeeuws Archief bevinden zich van Zuid-Beveland schetsen van Bath, Borssele, Driewegen, Heinkenszand, ’s-Gravenpolder, s-Heer Abtskerke, ’s-Heer Arendskerke, Krabbendijke, Nisse, Waarde, Wemeldinge, Yerseke. Hieronder volgt een selectie.
In de archieven en collecties van het Zeeuws Archief bevinden zich ook schetsen van Walcheren van onder andere Arnemuiden, Biggekerke, Gapinge, Oostkapelle, Ritthem, Oost-Souburg en West-Souburg. Hieronder volgt een selectie.