Nicolaas Jarry nam als Zeeuwse kaper deel aan de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784). De Republiek der Verenigde Nederlanden streed toen met Frankrijk tegen de sterke zeemacht Engeland.
Het ging de Nederlanders niet goed af, de marine was in de minderheid en de koopvaardij leed daaronder. De economische schade was groot. Jarry en andere Zeeuwse kapers waren lichtpuntjes in de misère: zij brachten de ene na de andere ‘prijs’ op.
De populariteit van de zeehelden was groot, te meer daar kunstenaars hun heldendaden vereeuwigden. In de collecties van het Zeeuws Archief is een zeldzaam getekend portret van de Zeeuwse kaperkapitein te vinden, alsmede een ets met voorstudie van één van zijn dappere daden.
De successen van de Zeeuwse kapers werden bezongen in het ‘Kaperslied’ van de Zeeuwse dichter Jacobus Bellamy. Van alle kaperschepen noemde hij de Vlissinger ‘het baasje’, dat ‘den schoonsten buit maakt’. Dit was de snelzeilende kotter van de Fransman Nicolaas Jarry die voor de Zeeuwse firma Nortier voer.
Eén van Jarry’s zijn heldendaden is vastgelegd in een ets met de titel ‘Ongemeene dapperheyt van den Vlissinger kaperkapt. Jarry in het veroveren en uyt het Engelsch convoy sleepen van een koolhaalder’. In het zicht van vijandelijke oorlogsschepen overmeesterde hij op 24 oktober 1782 een Engelse brik geladen met kolen. Hij wist het schip weg te voeren en in veiligheid te brengen, ondanks een achtervolging door twee fregatten en twee kotters uit het Engelse konvooi.
Sporen van zwart krijt
De Rotterdamse kunstenaar Jan Kobell (1756-1833) maakte een ets van de heldhaftige actie van Jarry, waarvan een exemplaar bewaard wordt in de collectie Zelandia Illustrata van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. In de collectie, in beheer bij het Zeeuws Archief, bevindt zich ook de voorstudie voor de ets – een zeldzaamheid, want vaak gingen de voorbereidende tekeningen verloren. De tekening is veel schetsmatiger opgezet, de tekenstijl is los en de golven zijn met een kwastje aangebracht.
De achterkant van de tekening bevat nog steeds de sporen van het zwarte krijt dat de kunstenaar gebruikte om de voorstelling over te zetten naar de etsplaat. De tekening werd op de van etsgrond voorziene koperplaat gelegd en vervolgens voorzichtig ‘doorgegriffeld’. Hierbij bleven zwarte krijtlijnen achter op de etsgrond, waarna de tekenaar de voorstelling in grote lijnen gemakkelijk kon overnemen. De ets voorzag hij vervolgens van veel meer details dan de tekening zoals duidelijk te zien is. Bij het tekenen in de etsgrond komt de koperplaat bloot te liggen. In een zuurbad worden deze lijnen uitgebeten. De aldus verkregen etsplaat kan worden geïnkt en afgedrukt. De afdruk is een spiegelbeeld van de tekening.
Twee ‘smertlyke’ dagen
Van de populaire Nicolaas Jarry zijn veel portretten verkocht. Dat gebeurde na zijn dood. De voorbereidende tekening was gemaakt vlak voordat hij vertrok op wat zijn laatste kruistocht zou worden.
Die noodlottige dag in januari 1783 had hij vijf schepen buitgemaakt, waarvan hij er vier met een zogenaamde ‘prijsbemanning’ naar veilige havens stuurde. Het vijfde schip liep vast op de kust. Jarry probeerde het vlot te krijgen, maar werd ontdekt door een Engelse kotter waartegen hij onmiddellijk de wapens opnam. Toen zich daarna nog een Engels fregat in de strijd mengde, begreep de Zeeuwse kaperkapitein dat de overmacht te groot was. Zijn schip was onderbezet vanwege de vier weggezonden prijsbemanningen en hij werd bovendien belemmerd door dertig krijgsgevangenen.
Hij liet de vlag strijken ten teken van overgave, maar vanaf de kotter werd toch nog een kanon met schroot afgeschoten. Een stuk schroot boorde zich door Jarry’s maag en maakte na twee ‘smertlyke’ dagen een einde aan zijn leven.
De Zeeuwse kunstenaar Jacobus Perkois had vlak voor Jarry’s laatste reis een tekening gemaakt. Deze werd nu gebruikt voor het maken van een ets. De tekening was volgens de Middelburgsche Courant “een vry gelukkig getroffen en stout behandelde tekening, van onzen op het bed van eer gesneuvelde kapitein Jarry”.
Het duurde niet lang of het portret van Jarry en ook dat van zijn collega Le Turc, vond zijn weg in hoge oplage naar de Zeeuwse markt en het zou het Zeeuwse publiek – in de woorden van de Middelburgsche Courant – “eene levendige aandenking verschaffen, aan die geenen, die op kosten van den vyand, onze vlag in zee hebben durven laten waayen.” Jarry veroverde meer dan vijftig schepen op de vijand.