De traditie van het vieren van Konings- of Koninginnedag stamt uit de 19e eeuw. De troonsbestijging van koningin Wilhelmina in 1898 was de start van de jaarlijkse viering van Koninginnedag. In Middelburg was de troonsbestijging de aanleiding tot een groot volksfeest. De organisator, de Vereeniging Uit ’t Volk – Voor ’t Volk, trok alle registers open en het resultaat – 4 dagen feest – overtrof alle vieringen tot dan toe.
Oranjefeesten werden vanaf het begin van de 19e eeuw vooral gevierd rondom historische gebeurtenissen zoals de inname van Den Briel door de watergeuzen in de Opstand tegen Spanje, de Slag bij Waterloo en het 50-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden in 1863. Een troonsbestijging of de verjaardag van de koning gaf tot dan toe geen aanleiding voor het houden van grote volksfeesten.
De verjaardag van koning Willem III, 19 februari, is de eerste die vanaf het midden van de 19e eeuw op kleine schaal werd gevierd. Na het overlijden van de koning werd een Prinsessedag in het leven geroepen, ter ere van prinses en toekomstige vorstin Wilhelmina. De Prinsessedag, jaarlijks op 31 augustus, de verjaardag van Wilhelmina, werd in 1898 vanzelf Koninginnedag. De troonsbestijging van koningin Wilhelmina en de organisatiedrang in Middelburg leidde dat jaar tot een onovertroffen reeks van festiviteiten in de Zeeuwse hoofdstad.
Uit ’t Volk – Voor ‘t Volk
De organisator van de inhuldigingsfeesten was de Vereeniging Uit ’t Volk – Voor ’t Volk. Zij was in 1865 opgericht voor ‘het houden, regelen en bevorderen van volksvermaken’.
Tot de ambities behoorden:
- ‘het volk door gepaste uitspanningen en feestelijke bijeenkomsten aangenaam en zo nuttig mogelijk bezig houden;
- den goeden smaak voor al wat schoon en edel is aan te wakkeren;
- een ieder nu en dan in de gelegenheid te stelling om, na volbragten dagelijkschen arbeid, eenige betamelijke uitspanning te genieten’
Het archief van deze koninklijke vereniging maakt tegenwoordig deel uit van de archieven en collecties van het Zeeuws Archief.
Proteststem
De inhuldiging van Wilhelmina stond gepland voor 6 september van het jaar. In januari belegde de vereniging een eerste vergadering waarbij een hoofdcommissie, zeven subcommissies en wijkcommissies voor het inzamelen van geld in het leven werden geroepen. Toch was er ook protest. Een man, volgens de Middelburgsche Courant een arbeider met de naam De Lange, riep de aanwezigen op na te denken of de troonsbestijging wel gevierd moest worden. Zijn stem vond geen gehoor.
In februari werd het voorlopige feestprogramma vastgesteld – het moest een tweedaags festijn worden, in april werd het definitieve programma bekendgemaakt, bestaande uit inmiddels vier dagen en in juli verscheen het programma in druk.
Het drukken van het officiële programmaboekje werd gegund aan Drukkerij Littooy (en niet aan de drukker van de Middelburgsche Courant). Om de verkoop ervan te stimuleren, weigerde de feestcommissie in juli de Middelburgsche Courant te woord te staan. De krant beklaagde zich daarover; de lezers konden nu niet op de hoogte worden gebracht van het laatste nieuws.
Na de verschijning van het programmaboekje was er dadelijk ophef. Het ontwerp van de omslag werd beoordeeld als ‘niet smaakvol’.
Voedselbonnen voor de armen
De vier feestdagen, van woensdag 31 augustus t/m zaterdag 3 september, telden de volgende programmaonderdelen:
- een officiële opening van de feesten met een reveille met tamboers en hoornblazers van de dienstdoende schutterij en het garnizoen
- kerkelijke herdenkingen
- een militaire parade
- een muziekfestival
- een historische allegorisch optocht
- een sportfeest met onderdelen voor wielrijders, gymnasiasten en schermers
- een bloemencorso
- muziekvoorstellingen
- een kinderfeest met een jongleur en een goochelaar
- illuminatie
- een gondeltocht
- vuurwerk
- bedeling
De bedeling werd als één van de belangrijkste onderdelen gezien. Een vijfde van het budget, circa 1200 gulden, was bestemd voor de armen. De dag voorafgaand aan de feesten konden behoeftige gezinnen bij hun wijkbestuurder bonnen voor levensmiddelen ophalen. Op de ochtend van de eerste feestdag konden de bonnen worden ingeleverd bij middenstanders in de stad. “Dat gaf natuurlijk een drukte van belang, zoo als in onderscheiden winkels als in vele huisgezinnen”, schreef de Middelburgsche Courant. “Een aangename drukte voor beiden en een opwekkende gewaarwording voor hen, die een bijdrage gaven […]”.
De festiviteiten en het mooie weer lokten veel bezoekers van buitenaf. De tweede dag werd een stoomboot verwelkomd met ‘een massa Belgische pleizierreizigers’ en muziekgezelschappen die aan het festival deelnamen. Met de trein kwamen verschillende sportverenigingen voor deelname aan het sportfeest, zoals de wielrijdersvereniging Tavenu uit Goes.
Historische allegorische optocht
De commissie voor de optocht beoogde ‘een beeld te geven van de ontwikkeling in ons land in het algemeen en van Middelburg in het bijzonder sedert de XIIIe eeuw’. De optocht werd daartoe ingedeeld in vier groepen. Voor deelname bleek een overweldigende belangstelling, al in mei waren bijna alle plaatsen in de optocht vergeven.
Eerste groep: de Middeleeuwen
De eerste groep van de optocht verbeeldde Middelburg in de Middeleeuwen, met herauten, de abt van de lieve vrouwe- en St. Nicolaas Abdij te paard rijdend onder een baldakijn. Ook te zien was de rooms-koning Willem II in harnas voorafgegaan door vier pages.
Tweede groep: de onafhankelijkheidsstrijd
De tweede groep representeerde ‘De Nederlanden en Middelburg in den onafhankelijkheidsstrijd’; de opstand tegen Spanje in de Tachtigjarige Oorlog. Voorbij trokken herauten en edelen te voet en te paard. Een schuit op een wagen met admiraal Louis de Boisot en de watergeuzen werd gevolgd door Willem de Zwijger te paard, evenals een nar en leden van de rederijkerskamer Het Bloemken Jesse.
Derde groep: de Gouden Eeuw
De derde groep vertegenwoordigde de Gouden Eeuw en zou behalve herauten bestaan uit ‘Javanen [en] negers om den handel op de Oost- en West-Indiën aanschouwelijk te maken’ en bewindhebbers van de Oost- en Westindische Compagnie. In een koets reden de admiraals Michiel de Ruyter en Evertsen mee, gevolgd door meer zeelieden, Willem van Nassau, de stadhouder Willem III, edelen, burgers, beroemde Zeeuwen, vertegenwoordigers van de gilden, de beul en de schout.
Vierde groep: de moderne tijd
De laatste groep gaf de moderne tijd anno 1898 weer met ‘de verschillende corporatiën [uit Middelburg] met hunne schilden en vaandels’ en met als bekroning een allegorische voorstelling van de troonsbestijging van Wilhelmina. Deze laatste droeg de titel ‘de lente’ en werd gevormd door vrouwen in Grieks kostuum, die verschillende godinnen belichaamden, zoals de vrede met een palmtak en een gebroken zwaard aan haar voeten, de welvaart met een hoorn des overvloeds in haar handen, de hoop steunend op een anker, en de laatste figuur verbeeldde de arbeid. Hoofdmotief was ‘de lente’, een dame op een troon met kroon en scepter op een roodfluwelen kussen.
Een menigte van inwoners en bezoekers keek blijkbaar stilzwijgend naar de stoet van historische personen, want de krant schreef: “Misschien zou een weinig gejuich bij het voorbijtrekken van den historischen optocht niet geschaad hebben. Maar men weet nu eenmaal: men uit zich in Middelburg niet zo spontaan.” Mogelijk was een en ander een gevolg van de oproep die de krant voorafgaand aan de optocht aan het publiek richtte om vooral niet met de stoet mee te lopen.
Maar men weet nu eenmaal: men uit zich in Middelburg niet zo spontaan.
Elektrische verlichting en muziek
De commissie van marktkooplieden wilde aanvankelijk een eigen feest op 6 september houden, maar kon worden overgehaald zich aan te sluiten bij de reeds vastgestelde feestelijkheden, mede omdat Vlissingen 6 september een feest organiseerde. De marktcommissie nam daarop de elektrische verlichting van de markt tijdens de muziekvoorstelling op de avond van 1 september voor haar rekening. Een noviteit en de Middelburgsche Courant schreef enthousiast dat de Markt ‘op eigenaardige wijze [zal] worden verlicht, nl. door een aantal electrische lampen, wat een phantastischen aanblik belooft’. Inderdaad kwamen er negen booglampen. De muzikale optredens op het Molenwater werden verlicht met gaslicht.
Voor het muziekfestival op de markt was een speciale festivalmars gecomponeerd door Jan Morks, directeur van het Middelburgs schutterijmuziekkorps.
Versiering
De versiering van de stad werd aan het particulier initiatief overgelaten. Dat lag in lijn met de bedoeling van de hoofdcommissie het feest het karakter van een volksfeest te geven. Daar pasten geen dure versieringen in. Het geld kon beter besteed worden aan de bedeling.
De verslaggever van de Middelburgsche Courant constateerde tevreden dat er veel werk van de versieringen was gemaakt. Overal hingen vlaggen en winkeliers pronkten met mooie etalages. Zelfs “het bouwvalligste huis, dat in Middelburg staat, een perceel in de Schuitvlotstraat, en bewoond door algemeen bekende persoonlijkheden [is] door de buren versierd en verlicht. Dat arm en rijk meeleven met het feest blijkt overal. Zelfs de oude besjes, die het St. Jorishofje bewonen, hebben het hek ervoor met groen gesierd.”
Zelfs de oude besjes, die het St. Jorishofje bewonen, hebben het hek ervoor met groen gesierd.
Bloemencorso met sportkarren
Aan het bloemencorso deden bijna 60 rijtuigen, rijwielen en sportkarren mee. Een sportkar was een wagentje op twee wielen, een populair speelgoed voor kinderen tussen 1890 en 1910.
Een opmerkelijke en prijswinnende deelnemer was “een rijtuig, waarin eene Chineesche dame gezeten was en die begeleid werd door een paar inlandsche bedienden. Dit was eene reclame van den heer D.L. Broeder”. Onder de rijtuigen was natuurlijk een boerenkar met een boer en boerin in Walcherse dracht. Hoe sommige deelnemers eruit gezien hebben is nu moeilijk voor te stellen, bijvoorbeeld bij de stoet van “dwergen en pierrots, van de laatste een op een in een tot varken gemetamorphoseerde sportkar”.
Vervelend vuurwerk
Laatste onderdelen van de vier dagen feest waren een optocht van verlichte schepen door het Kanaal door Walcheren en het vuurwerk dat aan de overzijde werd afgestoken. Het vuurwerk moest groots en schitterend worden, maar dat viel bitter tegen. “Het was naar, vervelend.”, meende de krant. Dat werd beaamd door de organiserende vereniging. De Loskade zag zwart van de mensen, aldus het jaarverslag van Uit ’t Volk, voor ’t Volk, die ruim anderhalf uur hadden gewacht. “En er kwam… weinig, en dat weinig was veelal slecht […] en gaf meer voor het oor dan het oog”.
En zo eindigden vier dagen van feest en konden inwoners en deelnemers zich opmaken voor de officiële inhuldiging van koningin Wilhelmina op 6 september. Tot die dag kon het publiek nog de speciale Oranje-tentoonstelling bezoeken.
Oranje-tentoonstelling
Het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen organiseerde de Oranje-tentoonstelling. Van maandag 22 augustus t/m 5 september 1898 konden bezoekers een keur aan ‘Oranje-objecten’ uit de verzamelingen van het genootschap bezichtigen. Schilderijen, prenten, aardewerk, porselein, glas en andere voorwerpen gerelateerd aan de stadhouderlijke of koninklijke families werden tentoongesteld in het gebouw van het genootschap aan de Wagenaarstraat in Middelburg.
Bronnen
- Archief Vereniging Uit het Volk-Voor het Volk, Middelburg
- Krantenbank Zeeland, Zeeuws Bibliotheek
Vereniging Uit het Volk - Voor het Volk
Raadpleeg de inventaris van het archief van de Vereniging Uit het Volk - Voor het Volk over de periode 1865-1987
www.zeeuwsarchief.nl