Transcriptie brief van W.A. de Beveren aan zijn dochter

Zeer lieve Dogter!

Het zal U, hoop ik, niet onaangenaam zijn een briefje van mij te ontfangen. Met veel blijdschap ontfang ik altijd de tijding, dat Gij nog welvaart, maar wat zoude ik dubbeld verblijd zijn, als ik dan ook vernemen mogt, dat gij altijd zoet, gehoorzaam zijt en naarstig leert; maar al dikwijls verneem ik het tegendeel en dat bedroefd mij zeer.

Gij weet immers, mijn lief kind! dat als gij zoet, gehoorzaam en naarstig zijt, gij u zelven en ook uwe Ouders, die U zoo hartelijk lief hebben, gelukkig maakt, en zoud gij dat dan niet willen doen? zoud gij ons willen bedroeven? en zelve ongelukkig worden? neen dit wil mijn Santje immers niet? denk eens na als gij zoet zijt en gehoorzaam zijt, hoe vergenoegd gij dan zelve bent, hoe gij ook dan uw Papa en Mama, die gij immers ook lief hebt, daardoor verblijd, daar zij anders over u moeten treuren en gij hun het leven dus aangenaam of onaangenaam maken kunt; als gij dit altijd bedagt dan weet ik zeker, hadden wij nooit reden van klagen, dan zou ik mijn Benjamintje, want dit zij (sic) gij immers, nog oneindig meer liefhebben, en alles, alles voor haar willen doen, dat haar genoegen geven kan.

Ik verlang onuitsprekelijk naar Paasschen, wanneer ik u bij ons hoop te zien, dan zullen wij samen veel plaisier hebben, en dan zal Tante Santje ook haar nieuwen Neef zien en wel eens, hoop ik, op de schoot hebben; kort daar na volgt uw tiende Jaardag, en die zal ook niet vergeten worden; maar alles hangt af van de berigten die ik omtrent U krijgen zal, want zoo die onverhoopt niet gunstig waren, dan zal er van dit alles vast niets gebeuren, en wat zouden wij dan bedroefd zijn, misschien zoud gij ons dan nog in geen jaar zien; en als wij dan eens niet meer leefden, zou mijn Santje het dan wel ooit kunnen vergeten? maar die gedagten maken mij al te droevig, ik wil daarom liever het beste hoopen, denk tog, mijn lief kind, dat het van U alleen afhangt. Vaarwel, mijn lieve Sanne! uw mama omhelst u nevens mij in gedagten, wij spreeken dagelijks van U, denk ook veel aan ons, dan zult gij, vertrouw ik, ook altijd zoet zijn, en schrijf mij nu ook eens bij gelegenheid hoe het gaat en wat ik te verwagten heb; ik ben onveranderlijk uw hartelijk liefhebbende vader.

W.A. de Beveren

Archief Familie Mathias-Pous-Tak van Poortvliet, inv.nr 588b