Transcriptie brief Cornelis Goliath vanuit Algiers naar Johan Maurits 12 januari 1642
Doorluchtigen Hoochgeboren Graeff
Mijnen genadichsten Heer
Twijfelt niet oft u Excellentie sult door mijne voorgaende brieven dit mijn droevigh
Ongeluck hebben verstaen, van door de wille Godes, ende de flauhertichheijt
Der Portugezen ende Engelschen, soo bootsgesellen, als passagiers, te zijn gevallen
In handen van dese wreede Turcken, waer met menich duijsent Christenen
De grootste mizerien ben passerende die men met de penne kan beschrijven
grootelijx tot mijn leetwesen, niet soo zeer om mijne slavernije (want het
Selve maer tot castijdinge van mijne groote sonden ben achtende) als wel
Om den spijt, ende het leetwesen, eerst dat wij soo schandelijck sijn genomen
Ten anderen, dat wij hier met soo menich duijsent Christenen (gelijck men
Zeijt van veertigh duijsent hier te sijn), de selve sijn verdragende, hebbe al
In ‘tsin gehadt ende getrackteert met Gerard Barbier Colonel geweest in Brazijl
Soo vande Duijtsche natie, als overloopers van wegen sijne majesteit van
Hispangien ende ontrent ses weken verleden alhier gehaptiveert ende meer anders
Particulare om ijets in ’t werck te stellen, doch schijnt niet mogelijck door
Dien de Christenen alhier (Godt betert) soo valsch sijn dat den een den andere
Niet mach vertrouwen, ende waer het mogelijck is soeckt te verraden, soo dat
Den moet ende hoop tot sulx al hebbe verloren, te lande te ontloopen is
onmogelijcken als sijnde het geheele lant in handen der Turcken ende Mouren
Ter zee en is tot noch toe geen gelegentheijt voorgevallen boven dit alles
Een perzoon wechloopende ende weder gekregen werdende, wert neus ende ooren
Afgesneden, nevens vele andere wreede tormenten, soo dat de genade Godts
Vermachte verhopende de verlossinge door de eene middel ofte ander.
Uijt ’t vaderland is ordere gekomen om de rolle te lichten van alle de Nederlantsche
Slaven, ‘twelcke ick nevens twee Hollantsche schippers met alle
Deligentie hebbe gedaen, ende de selve aen sijne Hoocheijt ende de Edele Heeren
Staten nevens een missive overgesonden, Godt geeft het selve tot een goet
Eijnde mach uijtvallen.
Wij hebben alhier verstaen hoe dat Houtebeen in Angola is ingevallen, ’t welck
Ons zeer vreemt dunckt te sijn, aen den pater alsoo u Excellentie hem versekert hadde
Dat de selve was gegaen om de landen vanden Coninck van Spangien
Te attacqueren, welcke hij in het relaes gemaeckt van uwe Excellentie aen sijne
Magestraat gesonden heeft verhaelt, aen mij (alhoewel mij niet onbekent is soodanigen
Aenslagh niet mach werden ontdeckt, ende dickmaels stratagemas werden
Gebruijckt den vijandt daer door de verblinden) door dien het selve namentlijck,
Dat Houtebeen was gegaen de landen des Conincks van Hispangien
Afbreuck te doen, op den predickstoel af was gepubliceert, ende dat
Het selve nu anders is bevonden, waer door niet alleenlijck ick, ende den pater,
Maer oock meest alle de Portugijsche dagelijx veel vereijts moeten hooren
Vande Castilianen, ende andere Hispanische slaven, ick, dat de Nederlanders
Haer woort niet sijn houdende, alhoewel ick redenen genouch tot defentie bijbrenge,
Seggende noch de articulen des vredes in Brazijl niet te hebben
Ontfangen, dat het selve moet geschiet zijn ter begeerte vande XIXe &
De Portugezen, dat sij de vrede met de Lutherianen (soo zij ons noemen)
Hebben gemaeckt, ende dat nu de betalinge genieten die van ons hadden te
Verwachten, met veel andere smadige woorden, ‘twelck weijnich reputatie
Voor u Excellentie ende de heeren bewinthebberen onder der gemeenen mas is gevende
(die gelijck u Excellentie kennelijck is een saeck niet vorder insiet dan de uijtkomste
Desselfs) welcke niet hebbe kunnen nalaten u Excellentie te advizeren.
Mijnen perzoon aengaende is dese hoe dat hier gekome zijnde ben door den
Baxa ofte vissereij voor sijn part gekomen alsoo van de acht slaven een
Heeft, welcke slavernij de slimste is alhier in Argier (volgens ’t gemeene
Seggen) want soo ras inden Banhert ben gebracht hebbe met uijt de selve
Uijt mogen komen dan eens dat mij Hameth Achomet een vande Turcken
Die met de paerden van u Excellentie naer Hollant gingh, ende door u Excellentie favor hier
Weder is gekomen, daer uijt heeft gehaelt mij veel vrientschap bewijssende,
Ende hem seer in de gratie van uwe Excellentie recommanderende met groote danckbaerheijt, ende dat ick uijtgae om te wercken, ‘tsij te scheep, operen, ofte
Inde jardins te delven, soude anders u Excellentie de aftekeninge van dese plaets
Hebben gesonden welcke begonne hebben, doch is mij tot noch toe niet mogelijck
Door de korten tijt ende verhaelde redenen.
[folio 192vo]
Hier mede naer de groetenisse ende recominandatie van pater Francisco de Vilhena,
Die mij op dato noch heeft wesen versoecken, ende mij veel goets
ihr Excellentie wille is doende (volgens sijne macht) ende mij selven ootmoedelijck
Te recommanderen inde goede gratie ende favor van uwe Excellentie , eindigh
Desen, u Excellentie inde genadige protexie des alderhoochste bevelende, die u
Soo veel voorspoets gelieft te verleenen, als deze u Excellentie onderdanichste
Dienaer is toewenschende, die altijt is ende sal blijven.
Actum Argiers des nachts U Excellentie dienstwillige ende altijt bereijden
Den 12en jamoarij anno 1642 dienaer Cornelis Golijath
Meer lezen
Bovenstaande transcriptie maakt deel uit van het achtergrondverhaal over Cornelis Goliath, wereldberoemd kaartmaker in Zeeland en Zuid-Amerika
/zeeuwse-verhalen/cornelis-goliath-1617-1660-wereldberoemd-kaartmaker-in-zeeland-en-zuid-amerika