Hier volgt een weergave van de tekst van het Charter in het Nederlands.
In naam der heilige en ondeelbare Drieëenheid. Ik Boudewijn, bij de gratie Gods bisschop van Utrecht, maak bekend aan alle getrouwen in Christus, zo tegenwoordigen als toekomenden, dat [tot] ons zijn gekomen de parochianen van de kerk van Westmunster ter plaatse, die genaamd wordt Hogeland, woonachtig, en ons met eene droevige klagte hebben voorgehouden dat zij vanwege de dodelijke veten en vijandelijke vervolgingen, die zij op die plaats ondervinden, in het geheel niet konden tegenwoordig zijn bij de viering der godsdienstplechtigheden en de overige diensten welke de cureyt bestuurt.
Derhalve met vaderlijke toegenegenheid medelijden hebbende met hunnen nood, hebben wij met zorgend bestuur en [op raad] van kundige mannen, aan het verzoek van die mensen voldaan, dat zij een kerk, ter plaatse waar zij wonen, die Hogeland genoemd wordt, zullen mogen stichten, waar zij en de viering van de godsdienstplechtigheden en de bijstand van geheel de geestelijke zorg kunnen inwachten, met dien verstande evenwel, dat het recht van de aartsdiaken en de persoon der moederkerk in niets verkort worde.
Dat, zo als hiertoe de gewoonte was, er drie priesters in de moederkerk zullen zijn, dat de vierde, door de kerkvoogd aangesteld, de kapel te Hogeland zal bedienen; dat ook de tienden die de drie priesters gewoon waren te innen in vier gelijke delen zullen verdeeld worden en ieder, met zijn aandeel tevreden, aan de kerkvoogd de verschuldigde pensie die hij tevoren gewoon was te ontvangen, zal moeten overgeven zonder enige korting; dat zij ook de grenzen der parochie behoorlijk zullen splitsen, en dat gedeelte, hetwelk gelegen is ten westen van de weg, welke genaamd wordt Erenboudeswege, zal worden afgestaan tot kerspel der kapel.
Opdat intussen deze verordening in niets te kort kome, maar van alle kanten wel beschouwd zij, zo hebben wij ook besloten dit erbij te voegen, dat de koster die de kapel te Hoogeland zal bedienen, van de ingezetenen van die parochie over iedere akker die gewoonlijk wordt bezaaid, één schoof voor zijn arbeid zal genieten.
Gedaan in het jaar van des Heeren vleeswording MCLXXXVIIII – van ons bisdom het Xde. Getuigen hierbij tegenwoordig:
- Hildebrand, abt van St Pauwels te Utrecht
- Goszelmus, abt te Middelburg
- Dirk, proost van Oudenzeel
- Rembold, deken van St Marie te Utrecht
- Floris, graaf van Holland
- Giselbert van Aemstel
- Crisantius, drossaart van de graaf van Holland
- Dirk van Voorne
en meer anderen tegenwoordig en medewetende