Het verhaal van de oorlog

Puinruimen in Middelburg, 1940. Zeeuws Archief, HTAM B-1287I

De verwoeste stad

10 mei 1940: Het is oorlog!

Duitsland valt in 1939 Polen binnen. Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog. Daarmee is de Tweede Wereldoorlog begonnen. Nederland blijft neutraal. Wel besluit de Nederlandse regering het leger te mobiliseren: gereed te maken om het land te verdedigen.

Aan het hoofd van de Duitse regering staat Adolf Hitler. Hij besluit om ook Nederland te veroveren om op die manier makkelijker Engeland te kunnen aanvallen.

Op 10 mei 1940 steken Duitse troepen de Nederlandse grens over. Waar iedereen bang voor was gebeurt: de oorlog breekt uit. Nederland is niet langer neutraal.

Het Nederlandse leger vecht dapper tegen de Duitsers. Maar het Duitse leger is veel groter en heeft modernere wapens. Alleen op een paar plaatsen lukt het de Nederlandse soldaten om echt tegenstand te bieden.

14 mei 1940: Nederland capituleert

Op 14 mei 1940 bombarderen Duitse vliegtuigen de stad Rotterdam. De binnenstad staat in brand en er vallen veel slachtoffers en gewonden. Een heleboel mensen raken hun huis kwijt.

De Nederlandse regering vlucht naar Engeland en besluit de strijd te staken. Nederland capituleert: geeft zich over. Het land wordt bezet door de Duitsers. Op 15 mei wordt de officiële capitulatieovereenkomst getekend.

Geldt de capitulatie voor heel Nederland? Nee. In opdracht van de regering vecht het Nederlandse leger in Zeeland door. In Zeeland zijn Franse troepen aangekomen die zouden kunnen helpen met de strijd.

Burgemeester J. van Walré de Bordes van Middelburg roept de inwoners van Middelburg op zoveel mogelijk de stad te verlaten. Hij denkt dat het gevaarlijk zal gaan worden nu Zeeland moet doorvechten. Veel Middelburgers luisteren naar die oproep en vertrekken.

17 mei 1940: Middelburg brandt

Hitler wil heel Nederland bezetten. Het Duitse leger trekt Zeeland binnen en rukt op tot de Sloedam. Nederlandse en Franse troepen leveren daar wanhopig strijd om de Duitsers tegen te houden. Veel Franse soldaten trekken zich terug naar Vlissingen om zich in te schepen naar Frankrijk.

Vanuit zee worden de Duitsers bij de Sloedam onder vuur genomen door Engelse en Franse schepen. Vanaf de Sloedam vuren de Duitsers granaten af richting Walcheren. Er komen ook granaten op Middelburg terecht. Duitse vliegtuigen laten bommen vallen op Middelburg. De bommen en granaten veroorzaken branden op verschillende plaatsen in Middelburg.

Laat in de middag van vrijdag 17 mei staat de binnenstad van Middelburg in vuur en vlam. De brandweer probeert zo goed mogelijk alle branden te blussen, maar kan niet voorkomen dat veel huizen verloren gaan. Een deel van de binnenstad wordt verwoest. Er vallen minder slachtoffers dan in Rotterdam omdat veel Middelburgers de stad al voor 17 mei hadden verlaten.

Zeeland geeft zich na de beschieting van Middelburg ook over. Daarmee is heel Nederland gecapituleerd en bezet door de Duitsers.

De stad is verminkt

Gemeentesecretaris mr. M.W.G. Van der Veur is in de stad tijdens de beschietingen. De gemeenteraad vergadert nog als de binnenstad al in brand staat. De raadsleden moeten snel het stadhuis verlaten en een veilige plaats opzoeken.

Feniks. Tekening: Ramon de Nennie

De volgende dag loopt de gemeentesecretaris loopt de volgende dag door zijn geliefde Middelburg. Hij schrijft in zijn dagboek:

“De ramp overtreft onze meest sinistere verwachtingen. Het centrum van de stad is één puinhoop. Ons eigen huis met den geheelen inhoud, waaraan wij vele jaren onze beste liefde hebben gegeven, is mede in het verslindende vuur verdwenen. Mijn vrouw en ik zijn armer dan bij onze geboorte. Doch alle andere verwoestingen roepen ons weer tot de werkelijkheid terug. Wij hebben nog elkander en het leven gered. Wij gaan verder. De Lange Delft is onherkenbaar verminkt. Stadhuis en Abdij-complex zijn tot rookende ruïnes vergaan.”

Het is gevaarlijk in de stad

Het is gevaarlijk in de stad. Onder de puinhopen blijft het vuur smeulen. Tot in de tweede helft van juni 1940 laaien af en toe vuurhaarden op. In het Entrepôt (Oostindisch Huis) aan de Rotterdamsekaai en in het lompenpakhuis aan de Loskade laait het vuur zelfs nog op tot eind september 1940. De brandweer moet regelmatig oplaaiend vuur blussen. Vooral op de plaatsen waar graan (in het OostIndisch Huis) en papier (in het stadhuis en in de drukkerij in de Sint Pieterstraat) ligt.

De weg kwijtraken in de puinhopen

De eerste dagen na de verwoesting van een groot deel van de binnenstad van Middelburg lopen de inwoners geschokt en zoekend rond. Een inwoner van Middelburg schrijft twee dagen na het bombardement:

“De vernieling is zo geweldig, zo grondig, dat je geen woord kunt uitbrengen en de tranen in je ogen springen. Onherkenbaar verwoest is alles wat je ziet. Puinhopen en nog eens puinhopen rondom. Je moet zoeken naar de ingang van de verschillende straten die op de markt uitkomen, je vindt ze niet, je kunt je ternauwernood oriënteren. Bergen stenen, zwartgeblakerde muren, rokende verkoolde balken, kromgetrokken verwrongen stangen, buizen en ijzeren balken, ’t is vreselijk! Alleen de voorgevel met een paar stukken van de zijgevels en de romp van de toren staan van het stadhuis nog zwaar beschadigd overeind.”

Er is veel verwoest

Tijdens de branden op 17 mei 1940 en de dagen erna zijn in Middelburg 20 openbare (zoals overheidsgebouwen en -bedrijven) en semi-openbare gebouwen (zoals kerken en scholen) en 575 andere panden geheel verwoest of onbruikbaar geworden.

Daaronder zijn ook veel woonhuizen en winkels. Voor 500 gezinnen moet onderdak worden gezocht. Tevens zijn veel andere gebouwen en percelen licht of zwaar beschadigd. De totale schade wordt geschat op 10 à 20 miljoen gulden.

Puinruimen

Direct na de ramp wordt de gas-, water- en elektriciteitsvoorzieningen hersteld. Ook de puinhopen worden opgeruimd. Allereerst worden de straten puinvrij gemaakt. Gevels van panden die nog overeind staan en waard om te behouden, zoals de gevels van het stadhuis aan de Markt en de Provinciale Bibliotheek in de Lange Delft, worden gestut. In totaal wordt 85.000 m3 puin geruimd.

Slachtoffers

Eind mei is ongeveer duidelijk hoeveel mensen er ten gevolge van de beschietingen en de brand op 17 mei zijn overleden en hoeveel er gewond zijn geraakt: ongeveer 22 dodelijke slachtoffers en meer dan 30 gewonden.

In 2010 is in de archieven onderzoek gedaan of het exacte aantal dodelijke slachtoffers en gewonden te achterhalen is. Dat kon niet precies worden vastgesteld omdat de administratie vlak na de brand nog niet helemaal op orde was en er ook slachtoffers en gewonden naar andere plaatsen zijn vervoerd en omdat er ook later nog mensen aan hun verwondingen overleden.

Noodwinkels aan de Dam in Middelburg. Zeeuws Archief HTAM P-1523

De tijdelijke stad

Distributie

Voor de oorlog is er al een groot tekort aan levensmiddelen en andere dagelijkse levensbehoeften. Met ingang van 1 juli werd daarom de Distributiewet 1939 ingesteld. Producten gingen ‘op de bon’.

Elk gezin krijgt een distributiestamkaart. Afhankelijk van de grootte van het gezin krijgt iedereen die een distributiestamkaart heeft, een aantal bonnen. De bonnen kunnen in winkels worden ingewisseld tegen producten. De producten zijn niet gratis met een bon, ze moeten wel betaald worden.

Tijdens de oorlogsjaren komen steeds meer producten op de bon en soms zijn goederen helemaal niet meer verkrijgbaar. Het is ook mogelijk om producten op de zwarte markt te kopen zonder bon. Dat is niet ongevaarlijk. Op zwarthandel staan zware straffen.

Goederenhulp

Sommige mensen zijn door de brand alles kwijtgeraakt, ook hun huisraad, kleding en linnengoed. Zij kunnen terecht bij het Middelburgsch Hulpcomité. Eerst vanuit Dam 6 en later vanuit de Concert- en Gehoorzaal in de Singelstraat delen vrijwilligers goederen en kleding uit aan mensen die door het bombardement dakloos zijn geworden.

Noodkeukens

Tijdens de oorlog zijn er drie noodkeukens in Middelburg. Burgers kunnen warme maaltijden krijgen tegen inlevering van distributiebonnen, want ook het eten uit de noodkeukens is, evenals levensmiddelen en andere dagelijkse levensbehoeften, ‘op de bon’.

Noodwoningen

Voor 500 dakloze gezinnen wordt een tijdelijk onderkomen geregeld. Er worden militaire barakken geplaatst en er wordt een aantal houten noodwoningen neergezet. Omdat hout duur is, worden de andere noodwoningen van steen gebouwd. Buiten de vesten worden nieuwe huizen gebouwd.

Noodwinkels

Er waren veel winkels in de binnenstad. Heel veel zijn door de brand verwoest. Daardoor zijn veel winkeliers alles kwijtgeraakt. Niet alleen hun huis, dat vaak bij de winkel hoorde, maar ook hun bron van inkomsten: de producten in de winkel.

De ruim 200 getroffen winkeliers moeten snel weer aan de slag om levensmiddelen en andere goederen te kunnen verkopen. Daarom worden er noodwinkels geplaatst langs de Dam en de kaaien.

Schuilen

Feniks. Tekening: Ramon de Nennie

In de jaren voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had de gemeente Middelburg schuilruimtes laten maken. In 1939 zijn er 18 schuilplaatsen. In 1941 worden nog twee openbare schuilruimtes gebouwd. Als er luchtalarm is, kunnen de mensen een veilige schuilplaats opzoeken.

Evacueren

Tijdens de oorlog wordt er regelmatig een evacuatie afgekondigd. Bepaalde bevolkingsgroepen moeten dan verplicht de stad verlaten en ergens anders onderdak zoeken.

In maart 1942 moeten 43 Joodse gezinnen op last van de bezetter naar het getto in Amsterdam vertrekken. Slechts weinigen van hen keren na de bevrijding terug.

Vijf maanden later verordonneert de bezetter de evacuatie van 15.000 bewoners van Walcheren vanwege de te verwachten zware strijd. Rond de 4.000 Middelburgers evacueren naar Noord-Brabant.

Inundatie van Walcheren

In oktober 1944 zetten de geallieerden Walcheren onder water om het eiland snel te kunnen bevrijden. Middelburg ligt hoger dan het platteland en blijft dus droog. De stad stroomt vol met evacués uit de Walcherse dorpen. Snel worden noodvoorzieningen voor mensen en dieren getroffen. Na de bevrijding komen veel geëvacueerde Middelburgers weer terug naar hun stad en na de droogmaking van Walcheren in 1946 gaan de meeste plattelandsbewoners terug naar hun woonplaatsen.

Nieuwbouw aan een nieuwe straat, de Nieuwe Burg, in Middelburg. Zeeuws Archief, HTAM B-504

De nieuwe stad

Wederopbouw: het nieuwe Middelburg

Middelburg staat in 1940 voor de nieuwe opgave: een deel van de verwoeste historische binnenstad moet worden herbouwd. Architect Pieter Verhagen krijgt de leiding over de herbouw.

De plattegrond van de binnenstad wordt ingrijpend gewijzigd voor een betere doorstroming van het verkeer en verfraaiing van het stadsbeeld. De nieuwe binnenstad van Middelburg is geen kopie van het vroegere Middelburg, maar heeft wel de ‘Middelburgse sfeer’ behouden.

Herbouw, restauratie en nieuwbouw

Feniks. Tekening: Ramon de Nennie

De wederopbouw van Middelburg wordt direct na de brand aangepakt. In de binnenstad staan al snel weer de eerste woonwinkelpanden. Het eerste herbouwde pand is Sint Janstraat 9.

In de gevels van veel wederopbouwpanden in de binnenstad is een gedenksteen aangebracht. Daarop staat de adelaar uit het Middelburgse stadswapen. Onder zijn poten brandt vuur: ‘Middelburg als een feniks uit zijn as herrezen’.

Tijdens een algehele bouwstop in de zomer van 1942 mogen alleen de gebouwen waaraan voor die tijd is begonnen worden afgemaakt. Belangrijke monumentale panden, zoals het stadhuis en de abdij, worden gerestaureerd en uitgebreid. Sommige panden verdwijnen voorgoed.

Noodwoningen

Ook na de oorlog worden nog noodwoningen gebouwd, zowel binnen als buiten de vesten. Vanwege het gebrek aan bouwmaterialen worden veel woningen geïmporteerd. Alle noodwoningen in de binnenstad zijn in de loop der tijd weer afgebroken. Ook veel houten noodwoningen buiten de vesten zijn na verloop van tijd afgebroken.

Nieuwe wijken

De bouw van nieuwe woningen begint een jaar na de droogmaking van Walcheren. Bekende nieuwbouwwijken zijn ’t Zand II en de Griffioen I. De nieuwe wijk Griffioen I wordt ook wel de ‘margarinebuurt’ genoemd omdat de bewoners, voor het grootste deel afkomstig uit de sociale middenklasse, ‘toch ook maar gewoon margarine op hun brood smeren’.

Langzamerhand verrijzen steeds meer buitenwijken. In de jaren zestig van de twintigste eeuw komen er nieuwe wijken aan de overkant van het Kanaal door Walcheren. Alle buitenwijken liggen als een krans rondom de Middelburgse binnenstad. Een binnenstad met huizen uit alle perioden: van de middeleeuwen tot nu. Want een stad is nooit af.