De echtelieden Jacoba van den Brande en Johan Adriaan van de Perre zijn de stichters van het huidige gebouw aan het Hofplein 16 in Middelburg. Tegenwoordig staat het 18e-eeuwse stadspaleis bekend als het Van de Perrehuis. In de tijd van het echtpaar heette het huis de Commanderij.
De geschiedenis van het Van de Perrehuis en zijn voorganger(s) in het kort:
1316-1574 – Duitse Orde
De eerste bebouwing op deze plaats bestond uit een kapel en een woonhuis van de commanderij van de Duitse orde, een geestelijke ridderorde, waarvan de leden het rooms-katholieke geloof in het oosten moesten verspreiden. Deze bewoners verlieten het pand met de reformatie in 1574. De stad koos toen de zijde van Willem van Oranje.
1574-1762 – Woonhuis
De commanderij werd in 1581 het woonhuis van Anna van Bourgondië, die het zowel zelf bewoonde als tijdelijk verhuurde. In 1621 kwam het pand in handen van Johan van Reigersberg. De familie Van Reigersberg bleef tot 1762 eigenaar, toen Jacob van Reigersberg overleed. Zijn nicht Jacoba van den Brande erfde de Commanderij.
1762-1838 – Stadspaleis
Jacoba van den Brande was getrouwd met Johan Adriaan van de Perre. Het echtpaar gaf een Antwerpse architect, Jan Peter van Baurscheit de Jonge (1699-1768), opdracht de Commanderij te verbouwen. Het huis kreeg hierbij zijn kenmerkende uiterlijk. Merkwaardig is dat Van de Perre een aantal binnenmuren van de Commanderij wilde behouden, hij kreeg hierover zelfs ruzie met de architect. De bouw werd rondom 1765 voltooid.
Het echtpaar Van de Perre bleef het huis de Commanderij noemen. De Van de Perres gebruikten het huis voornamelijk in de winter. In de zomer bewoonden zij kasteel Westhove bij Oostkapelle.
De volgende eigenaar was Johanna Maria van den Brande, zij erfde het huis van haar tante. Het huis had inmiddels in de volksmond de naam Van de Perrehuis gekregen. Johanna Maria van den Brande was getrouwd met Jacob Hendrik Schorer, die later Gouverneur van Zeeland zou worden.
1838-1995 – Rechtbank
De erfgenamen van het echtpaar Schorer boden het huis in 1838 te koop aan. Daarmee kwam een einde aan 250 jaar particuliere bewoning.
De nieuwe bestemming van het Van de Perrehuis was huisvesting van het provinciaal gerechtshof, later de arrondisssementsrechtbank en korte tijd het kantongerecht. In 1840 werd de rechtbank uitgebreid met een zittingzaal in neoclassicistische stijl. Deze werd midden achter het huis aangebouwd en nam een groot deel van de tuin in beslag. In 1914 werd de zaal verlengd met een brandvrij archiefdepot.
Het Van de Perrehuis kwam ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog. In 1954 werd het gerestaureerd. De oude rechtszaal in de tuin werd afgebroken en de achtergevel hersteld. Onder leiding van Middelburgse wederopbouwarchitect ir. H. de Lussanet de la Sablonière verrees een vleugel, de nieuwe rechtszaal, rechtsachter het huis. In 1995 verhuisde de rechtbank.
2000-heden – Zeeuws Archief
De restauratie en verbouw van het uit 1765 daterende Van de Perrehuis startte in 1997. Daarbij werd zoveel mogelijk geprobeerd het gebouw in originele staat te herstellen. Zo werden de authentieke kleuren in de stijlkamers teruggebracht.
Naast het Van de Perrehuis verrees een modern archiefgebouw, dat in 2000 de deuren opende voor het publiek. Voor de restauratie en het ontwerp van de nieuwbouw van het Zeeuws Archief werd een architectencombinatie gevormd bestaande uit de architectenbureau’s Verlaan & Bouwstra uit Vianen (restauratie) en Benthem-Crouwel uit Amsterdam (nieuwbouw).
Het nieuwe gebouw werd de zetel van een nieuwe organisatie: het Zeeuws Archief was in 1999 ontstaan uit een fusie tussen het Rijksarchief in Zeeland en de gemeentearchieven van Middelburg en Veere.
Het gebouw van het Zeeuws Archief bestaat sindsdien uit:
- het Van de Perrehuis, met kantoren, en de Lussanetvleugel, met het restauratieatelier
- een nieuwbouwgedeelte met de depots en de publieksruimtes, waaronder de studiezaal