Scan: 
resultaat: 
GIDS102Gids Staten van Zeeland en Suriname, 1667-1684 (1692)
2-2035.2Volgnrs 253-510, 1675 mrt 25-1683
Bestandnaam:
NL-MdbZA_2_2035.2_366-01.jp2
Datering:
1675 mrt 25-1683
Vorm:
1 pak
NB:
De stukken zijn voorzien van een rondstempel met volgnummer. Deze nummering is circa 1970 aangebracht en is sindsdien veel gebruikt bij verwijzingen. De nummering keert ook terug in het laatste deel van de bestandsnaam van de scans.
Specificatie:
Het bij de scans getoonde nummer betreft een automatisch gegenereerd nummer en heeft geen relatie met het volgnummer op het stuk. Een globale herleiding: scannr 1 = volgnr 253 | scannr 100 = volgnr 290 | scannr 200 = volgnr 330 | scannr 300 = volgnr 376 | scannr 400 = volgnr 421 | scannr 500 = volgnr 462 | scannr 579 = volgnr 506.
Volgnummer:
277 van 591
Duurzaam webadres
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

[Volgnr 366, folio 1:]

in ’t 5 articul van de laetste vrede tot West-
minster gesloten, het afgaen van de Engelse
natie is toegestaen wanneer Sijn Majesteit eenige
schepen tot transport van sijn onderdanen sal
willen seynden, sulckx bekent sal maken aen
Hare Ho. M. die daerop dan aen den gouverneur
van Suriname sullen gelasten alle soodanige
Engelsen als vrijwilligh te laten afgaen. Edogh
Ed. Mo. heeren sulckx is in desen in geenen
deele geschiet soodat wij niet wel en weten
wat den heer gouverneur hijermede voorheeft.
Wel Ed. Mo. heeren ick sal afbreken, mij vorder
refererende aen mijne vorige missives, U. Ed.
Mo. biddende deselve in favorable recommandatie
te nemen. Wenschende U. Ed. Mo. in hare personen
en regeringe veel voerspoet, blijve

Edele Mog. heeren

U. Ed. Mo. onderdanigen
en gehoorsamen
dienaer

Cornelis Bolle

Surnaemsburgh
13 feberwarii 1680

P.S. desen is blijven leggen tot heden. Tsedert
hebben de indianen met hulpe van eenige negros
een sprongh in dese plaets gedaen tussen 8 en
9 uire ’s avons, dightbij daer de borgerwaght
vergadert, brekende in ’t huys, doodende een man,
een vrouwe en kint soodanigh quetsende datter
geen hope van leven is. Eergisteren hebben
hijer op de revier de plantage van [Conhart/Couhart] gattoqueert.
Hem levendigh metnemende die een miserabele
doot staet te verwaghten, een ander swaerlijck
quetsende.

16 feberwarij 1680

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen