Scan: 
resultaat: 
2Staten van Zeeland en Gecommitteerde Raden, (1574) 1578-1795 (1799)
2035.1Volgnrs 1-252
Bestandnaam:
NL-MdbZA_2_2035.1_124-02.jp2
NB:
De stukken zijn voorzien van een rondstempel met volgnummer. Deze nummering is circa 1970 aangebracht en is sindsdien veel gebruikt bij verwijzingen. De nummering keert ook terug in het laatste deel van de bestandsnaam van de scans.
Specificatie:
Het bij de scans getoonde nummer betreft een automatisch gegenereerd nummer en heeft geen relatie met het volgnummer op het stuk. Een globale herleiding: scannr 1 = volgnr 1 | scannr 100 = volgnr 41 | scannr 200 = volgnr 76 | scannr 300 = volgnr 109 | scannr 400 = volgnr 151 | scannr 500 = volgnr 191 | scannr 600 = volgnr 230.
Annotatie:
Meerdere stukken zijn voorzien van transcripties. Indien dit het geval is zal in de viewer rechtsboven een knop met een pen zichtbaar worden.
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Volgnummer:
338 van 665
Duurzaam webadres
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

[Volgnr 124, folio 1v:]

ick wist dat Bannister en andre quaetwillige de geruste
Engelsche alhier die impressie hebben willen geven dat sij
arbitralick sonder wetten souden geregeert worden, ende dat
soodoende sij bij de minste faut die sij souden komen
te begaen, sij noch van haer lijf noch van haere goederen
konden verseeckert sijn, soo hebbe ick aenstonts eenige
wetten op daechlicks incideerende saecken, geformeert ende
laten publiceeren, dewelcke ick oordeelde dat de situatie
van het landt ende de humeuren van de inwoonders best
requireerde, hebbe sooveel ick hebbe konnen merken
bevonden dat het d’ Engelsche aengenaem was, seggende dat
sij nu eenichsins wisten waerna dat sij haer souden heb-
ben te reguleeren, soodat ick niet en twijffel of alles
sal hier wel op een effen voet raecken, indien maer
slechts geen nieuwe dreijgementen uijt Engelandt
van den koninck gedaen worden, want de luijden
meest altemael gerust sijn, en niemandt spreeckt
van te vertrecken, alsoo alhier brieven van Antigua
gekomen sijn van diegeene, die van hier derwarts
vertrocken sijn, in dewelcke sij haer vertreck van
hier beklagen, ’tgeen hier de gedachten van te ver-
huijsen t’eenemael wechneemt, is oock goedt dat

uedelmogende een resolutie genomen hebben dat Bannis-
ter hier niet meer komen mach, welcke mij den 21 februarij
door den schipper van het gallioot Susanna, ter handt
gekomen is, sal hem indien hij hier komt, want hij
sijn wijf geschreven heeft met d’eerste gelegentheijt
te sullen hier sijn, in een van de vaertuijgen setten
ende soo na Antigua senden, want hier veel quaet
doen soude, doordien eenige van sijn aenhangh hier heeft,
op welcke ick mijn oogh houde, sullende den eersten
die ick met fatsoen kan straffen soodanich aentasten dat
de andre der een exempel aen nemen sullen, ick
hebbe oock om d’ Engelsche te doen gelooven dat de coninck
alle de manieren van procedeeren, door den generael

[Volgnr 124, folio 2:]

Willougbij alhier gebruijckt, heel qualick neemt, de copie
van den brief van den coningh aen Willougbij ge-
schreven laten copieeren, en door ’t landt verbreijden, ’twelck
ick gemerckt heb haer gemoederen seer gerustgestelt,
oock seer gesurprenneert heeft, wat aengaet dien brief
alsoo Willougbij niet in de Barbados maer in Engelandt
is, hebbe die noch onder mij en oordeel onnoodich na de Barbados
te senden, alsoo ik verseekert ben dat diegeene die
aldaer nu het bewint heeft, antwoorden sal een brief
te sijn aen Willougbij voor sijn particulier, en derhalven daer-
in niet doen en kan, versoecke derhalven dat uedel-
mogende met d’eerste gelegentheijt gelieven te ordonneeren
wat ick daerin doen sal. Alhier liggen rechtevoort
twee Engelsche schepen in de rivier die ick op mijn komst
alhier gevonden hebbe hiddingh ladende, sijn bevracht
van een Engelsman die uijt Angola komende, ende
sijn schip vanwegen leckheijt niet langer boven kon-
nende houwen, alhier in de riviere is gekomen, ende
sijn negers met permissie van de heer commandeur Crijnsen
voor hiddingh verkocht heeft, onder die conditie
van de hiddingh te mogen uijtvoeren, welck contract
ick niet hebbe willen breecken, alsoo daerdoor 96
schoone negers in ’t landt sijn gekomen, sijnde oock
hier niet een Zeeusch schip dat vracht op de Barbados
wil aennemen, ende derhalven niemandt prejuditie daer-
in lijdt, alsoo geen coopmanschappen hier gebracht
hebben, ende in cas gehadt hadden naeuw regard is
genomen dat geen verhandelt is.

Den 17 februarij is alhier, met een vaertuijgh van Taba-
go, ’tgeen de heer commandeur Crijnsen na d’eijlanden
gesonden hadde, een planter genaamt monsieur De l’Isle,
met 18 negers, 3 christenen en drie ketels, gekomen,
hadde intentie om na Boueron te gaan, doch door veel
persuasiën ende beloften hebbe hem alhier gehouden,
wenste derhalven, ende bidde oock dat uedelmogende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen