[Volgnr 52, folio 1:]
Laus Deo Nova Walcheren den 7 julii 1668
Nottissie van de noodtwendicheeden voor dit landt
voor Haare Eedelmoogende Heeren
Memoriael
Neegros
Paarden
Bestijaelen
Iserwerck tot suijckermoolens niet heel swaer maer
van 15, 16 à 18, 20 duijm in de dyameeter met al haer
toebehooren
Keetels om suijcker in te cooken met haar toebehooren naer
advinant van de groote van de iserwercken
ende bij ider iserwerck een disteleerkeetel
met slangen en vaaten
Een beseijlt vaartuijgh om de vrije lieden te transporteeren
Twee roeijchaloupen met haare seijlen groot dat men
met 16 à 18 riemen in can roijen om rant om het landt
te vaaren voor indijanen als anders ende bij ider chaloup
een goet nett ofte zeegen van goet sterck gaaren
Gereedtschap tot het geschutt als affuijtten ende
andere matrijalen toebehoorende
alderhande hantwercxlieden ende meer gereedtschap
als persoonen
Want hier noodich zijn dreij sterckten te weeten aen de
voor zijde een ende aen de Zantpunct een
ende in de Roode Clipbaij een capitael
Meede op de punct van dese baij een goet battarije
met goede groote stucken van 18 à 24 ponders
tot bescherminge van de reede
Achte noodtsaackelicke een magasijn te houden voor
de eerstcoomende vrije lieden ende alle die ondertusschen
verleegen zijn soo van alderhande landtbouwsgereedt-
schap en vijvers ende stercke dranck
Alderhande zoorten van spijckers
Diversche zoorten van grauw lijwaeten,
bijlen, cappmessen, schoen, cousen, hoeden,
schoppen, spaden, clinckersteen, pannen, deelen ende
slooten, grendels tot de huijsinge hengsels voor ’t fortt
2 à 3 dommecrachten, koevoeten,
balanche ende alderhande gewichte
Taafelgoet:
kaarsen, traan voor brandtlicht ende lampen