Oostende (oestende, Oistende, Ostende), verdronken dorp en parochie ten noordoosten van Hoedekenskerke, op het voormalige eiland Baarland, Zuid-Beveland.
In de 15e eeuw voerde Oostende een voortdurende strijd tegen het opdringende water van de Honte. In 1520/1521 werd het dorp buitengedijkt en ging kort daarop verloren.
Oostende, Zuid-Beveland, Gemeente Borsele.
Archiefdienst: Gemeeentearchief Borsele.
Van der Aa publiceerde over Oostende:
Oostende, oude heerlijkheid in het eiland Zuid Beveland, provincie Zeeland, thans grootendeels door de wateren verzwolgen. Het geringe overschot er van is, even als dat van Vinninge, vereenigd met Hoedekenskerke, en wordt tegelijk met deze bezeten door den Heer W.A. de Laat de Kanter, te Goes.
Het aanzienlijk geslacht van Oostende, Van Oystende, ook wel De Vrieze Van Oostende geheeten, had er zijnen naam van en komt van 1257 tot in de zestiende eeuw veelvuldig voor. Reeds in de elfde eeuw waren de Ridders van dien naam beroemd, terwijl het hermelijn in het wapen, door eene hertogsmuts gedekt, van hunne hooge herkomst getuigt. Met den tijd werden hunne bezittingen gesplitst en kwamen deze ook gedeeltelijk in andere familien.
Bron: Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, deel 8, A.J. van der Aa, 1846
Bekijk het heerlijkheidswapen van Oostende
Oostende is nummer 49 op onderstaande kaart.