Vrijwilligers vormen een belangrijke schakel in het beschikbaar stellen van de archieven en andere werkzaamheden van het Zeeuws Archief. In de week van de Nationale Vrijwilligersdag, 7 december, spreken we drie vrijwilligers die zich inzetten voor het Zeeuws Archief.
Vandaag stellen we aan je voor: Jaap Wiebrens. Toen hij een zilveren legpenning van zijn grootvader in handen kreeg, begon zijn interesse voor het archief.
Aan het begin van het gesprek wil Jaap Wiebrens meteen iets kwijt. “Ik vind het werk bij het archief echt heel leuk om te doen. Zo lang als ik het kan, zou ik het vol willen houden.” Het zegt iets over de betrokkenheid en interesse van Wiebrens bij het Zeeuwse verleden. Vooral de geschiedenis van Schouwen-Duiveland in het algemeen en die van Bruinisse in het bijzonder verdienen de aandacht van Jaap.
Voldoening
In zijn werkende leven heeft Wiebrens een belangrijke bijdrage geleverd aan het na-oorlogse Nederland. Als opzichter bij Rijkswaterstaat was hij betrokken bij grote infrastructurele projecten. Buiten de provincie, zoals de marinehaven van Den Helder en de Willemsspoortunnel bij Rotterdam, maar ook projecten met een Zeeuws karakter: de Kreekraksluizen, de Vlaketunnel en de Stormvloedkering. Dat werk gaf hem veel voldoening. “Mensen hebben nog altijd profijt van deze werken, waar ik mijn steentje aan bij heb mogen dragen.”
Na Wiebrens pensionering is hij betrokken geraakt bij het archief. Een zilveren legpenning uit 1834 van zijn grootvader wekte nieuwsgierigheid op. Hij reed naar het archief van Friesland om meer te weten te komen. “Ik wist er niet veel van. Uiteindelijk ben ik erachter gekomen dat mijn grootvader indertijd iemand heeft gered, waarna hij deze penning kreeg. Vervolgens begon ik mijn stamboom uit te zoeken. Daarvoor moest ik naar het archief in Zierikzee komen. Er was toen nog niets digitaal.”
Rondvragen
Hoewel Jaap nu in Goes woont, heeft hij een groot deel van zijn jeugd in Bruinisse doorgebracht. Over de christelijke lagere school van het dorp schreef hij samen met zijn zus een boek, vol met foto’s uit vervlogen tijden. Inmiddels zijn die foto’s gescand en aan het Zeeuws Archief geschonken.
Om de foto’s goed doorzoekbaar te maken, zijn er beschrijvingen nodig. De kennis van vroeger gebruikt hij nu voor het werk bij het archief. Zo weet hij op bijvoorbeeld klassenfoto’s veel gezichten een naam te geven. “Als er geen namen beschikbaar zijn, vraag ik het aan m’n broer, zus of andere bekenden.” En als dat niet lukt, gaat hij zo nu en dan met een pak foto’s naar Bruinisse om navraag te doen bij de mensen daar.
Wiebrens helpt graag andere vrijwilligers. Zo was er iemand bezig met het transcriberen van een dagboek uit de Tweede Wereldoorlog. “Omdat ik zelf op Bru (Bruinisse, red.) gewoond heb, weet ik wat er allemaal gebeurd is. Dat dagboek zag ik liggen en bleek van een goed bekende uit Bruinisse te zijn geweest. Dan kan ik zo iemand helpen en ondersteunen in het onderzoek doen.”