“Vaart u uit! Vaart u uit!” Louwrens Hoefnagel uit Urk, schipper op de UK41 Sumus Umbra, vangt op 1 februari 1953 een noodoproep op. Zeeland is overstroomd. Hoefnagel reageert meteen: “Als er mensen in nood zijn, dan varen wij uit.” Als een van de eersten legt hij vanuit het rampgebied contacten met de buitenwereld en verstuurt via zijn zender talloze berichten.
Op zaterdag 31 januari 1953 meren Urker viskotters af in de haven van Breskens in Zeeuws-Vlaanderen. De bemanning van de meeste schepen reist per bus door naar Urk om thuis de zondag door te brengen en de maandag daarop weer terug te keren. De Zeeuwse buschauffeur, die in Urk overnacht, hoort zondag 1 februari via de radio dat Zeeland is getroffen door een ramp. Hij wil direct terug. Als de vissers horen van de schade die de storm heeft veroorzaakt in zuidwest Nederland, zijn ze bezorgd over hun schepen. Ze besluiten bij hoge uitzondering op zondag terug te reizen naar Breskens.
Noodoproep
Vanwege de onheilspellende weersverwachting zijn schipper Louwrens Hoefnagel (Urk, 8 juli 1919-22 december 2000) en zijn bemanning in Breskens gebleven om een oogje in het zeil te houden. Op de viskotter UK41 Sumus Umbra merkt Hoefnagel dat het weer steeds slechter wordt. De weersberichten voorspellen niet veel goeds voor de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Hij luistert voortdurend naar de boordradio. Op 1 februari vangt hij plotseling een noodoproep op: “Wilt u helpen… Wilt u opstomen… Er is hier grote nood onder de mensen…” Het bericht is afkomstig van de inderhaast op het jacht May Be in Hellevoetsluis gebouwde noodzender van radiotechnicus en amateurzender Ferdinand Bakker. Schipper Hoefnagel reageert meteen: “Hier Louw Hoefnagel van Sumus Umbra… Hoort u mij?… Over…” Bakker geeft de noodtoestand in het rampgebied door en de kapitein van de May Be geeft aan hoe ze in Vlissingen kunnen komen. “Vaart u uit! … Vaart u uit!…”, seint Bakker. Hoefnagel antwoordt: “Als er mensen in nood zijn, dan varen wij uit.” De daad bij het woord voegend vaart hij met de UK41, met aan boord zijn twee broers en twee matrozen, de Westerschelde over richting Vlissingen.
Het Urker Noodnet
— In die tijd hebben de meeste Zeeuwse vissersschepen geen zender aan boord. Dat is niet nodig omdat de Zeeuwse mossel- en garnalenvissers over het algemeen één tij buitengaats blijven en niet ver de zee opgaan. Urker vissersschepen beschikken wel over radiozenders. En soms is er op luxe jachten, zoals in dit geval de May Be, ook zendapparatuur aanwezig. Het probleem is dat de zender op de May Be geen zendlicentie heeft en verzegeld is. De kapitein van het jacht en Bakker besluiten vanwege de noodtoestand de verzegeling te verbreken en de zender in gebruik te nemen. In samenwerking met Scheveningen Radio komt de noodzender tot stand. De Urker vissers en zendamateurs leggen een verbindingsnet om het rampgebied en spelen daarmee een cruciale rol in de communicatie met de buitenwereld. Dat communicatienet is bekend geworden onder de naam Het Urker Noodnet.
Hulpverlenen
De bemanningsleden die vanuit Urk onderweg zijn krijgen te kampen met ondergelopen wegen. Uiteindelijk weten ze tegen de avond via Brussel Breskens te bereiken. Daar zien ze dat door de enorme kracht van het water een aantal kotters op de kade terecht is gekomen. Gelukkig is het merendeel van de schepen nog intact. In de vroege ochtend van 2 februari varen zestien Urker viskotters naar het getroffen gebied om hulp te verlenen. In Vlissingen treffen ze de UK41 van schipper Hoefnagel. Er komt een loods aan boord en gezamenlijk varen ze naar het rampgebied. De omstandigheden onderweg zijn bar en boos. Ze besluiten een andere route te nemen, over de Westerschelde en via het Kanaal door Zuid-Beveland. Een van de schepen blijft achter bij het overstroomde gebied rondom Hansweert. De andere kotters varen door naar Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. Ze verspreiden zich over de havens om op verschillende plaatsen hulp te kunnen bieden. Bemanningsleden varen met roeiboten de polders in om mensen te redden. De bemanning aan boord houdt de motor draaiende voor de stroomvoorziening van de zender en zit dag en nacht achter de boordradio om berichten door te geven.
Schipper Louwrens Hoefnagel legt in de haven van Bruinisse, en later in Zijpe en Brouwershaven, als een van de eersten vanuit het rampgebied contacten met de buitenwereld en verstuurt via zijn zender talloze berichten.
Noodberichten
“Ik heb drie dagen onafgebroken achter mijn zender gezeten. Toen werd ik afgelost door een marineman”, herinnert schipper Louwrens Hoefnagel zich in 1988 als hij voor het eerst weer terug is in Bruinisse. De Watersnoodramp 1953 staat in het geheugen van de dan negenenzestigjarige Hoefnagel gegrift. In de Zierikzeesche Nieuwsbode vertelt hij zijn verhaal. In de drie weken dat hij met zijn kotter UK41 Sumus Umbra in de haven van Bruinisse ligt, verzendt hij vele berichten. Van overlevenden aan hun familie, vragen van burgemeesters om hulpgoederen, aanwijzingen waar eten en vooral drinkwater moet worden aangeleverd en ook berichten van de provinciale en landelijke overheden, waaronder de minister van Binnenlandse Zaken. Met potlood schrijft hij de berichten op papier en na verloop van tijd, bij gebrek daaraan, op alles wat maar voorhanden is. Het zijn haastig geschreven notities, soms wat lastig te lezen, maar van onschatbare waarde.
Dorp Bruinisse ondergelopen – doorbraak binnendijk – 1 slachtoffer. evacuatie wegens dreigend voedsel en watergebrek noodzakelijk – reddingsmiddelen mede in verband met zeer ernstige situatie achterland dringend nodig – zender gearriveerd in vluchthaven Bruinisse. nadere berichten volgen over deze zender. Burgemeester Bruinisse Michaëlis – SUMUS-UMBRA UK41 Schipper Hoefnagel
— Bron: Zeeuws Archief, toegang 5489, inv.nr 398. Noodberichten L. Hoefnagel UK41 Sumus Umbra.
Het bewaren waard
Louwrens Hoefnagel heeft veel van die handgeschreven noodberichten zorgvuldig bewaard. Tijdens zijn bezoek aan Bruinisse in 1988 overhandigt hij ze aan de burgemeester van de toenmalige gemeente Bruinisse. De map met berichten die zo’n indringend beeld geven van de gebeurtenissen in de Rampnacht en de dagen erna, is toegevoegd aan het archief van de gemeente. Vanaf 1 januari 2021 worden de archieven van de gemeente Zierikzee, waaronder die van alle voormalige gemeenten op Schouwen-Duiveland, zoals Bruinisse, beheerd door het Zeeuws Archief.
Zelf lezen
In het kader van de herdenking 70 jaar Watersnoodramp 1953 – 2023 zijn scans van twee van de door schipper Hoefnagel met potlood geschreven berichten van eilandbewoners toegevoegd aan het Zeeuwse tekstenbestand op de online paleografie oefentool Wat staat daer?. Iedereen die dat wil kan deze teksten lezen.
Wat staat daer?
Het Zeeuws Archief is sinds augustus 2018 aangesloten bij de online paleografie oefentool Wat staat daer?. Daarop staan onder meer Zeeuwse oefenteksten en woord- en letteroefeningen waarmee mensen kunnen oefenen in het lezen van oud schrift. Die leeskunst noemen we paleografie. De Zeeuwse teksten beslaan een flinke periode: van de middeleeuwen tot en met de twintigste eeuw. De noodberichten uit de Watersnoodramp 1953 zijn daar nu aan toegevoegd.
Aantekeningen betreffende ingekomen en verzonden berichten via de radiozender van schipper L. Hoefnagel van de ‘Sumus Umbra’ (UK 41) uit Urk, tijdelijk in de vluchthaven van Zijpe, met exemplaren van Het Vrije Volk, De Spiegel, Het Urkerblad en Het Nieuwe Land en het officiële gedenkboek De Ramp, 1953, 1973. 1 omslag. Overgebracht uit de handschriftenverzameling van de gemeente Bruinisse, nr. 4. Een cassettebandje met een radio-interview is opgenomen in de Verzameling Geluid, inv.nr 8CB. Aantekening op de omslag: De inliggende stukken werden geschonken door de heer L. Hoefnagel te Urk tijdens een bezoek aan Bruinisse op uitnodiging van het gemeentebestuur. De op Brouwershaven betrekking hebbende stukken werden ingevoegd in de handschriftenverzameling van die gemeente. 26-1-1989, H. Uil, streekarchivaris.
Zeeuws Archief, Handschriftenverzameling Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, 1599-heden. Toegang 5489, inv.nr 398.
Aantekeningen betreffende ingekomen en verzonden berichten via de radiozender van schipper L. Hoefnagel van de ‘Sumus Umbra’ (UK 41) uit Urk, in verband met de watersnoodramp tijdelijk te Brouwershaven, 1953. 1 omslag. Zie ook inv.nr 398. Kopieën van de gehele schenking zijn geborgen in de Documentatie Watersnoodramp. Herkomst: Overgebracht uit de Handschriftenverzameling van de Gemeente Brouwershaven. Geschonken door de heer L. Hoefnagel, december 1988.
Zeeuws Archief, Handschriftenverzameling Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, 1599-heden. Toegang 5489, inv.nr 722.
“Interview met L. Hoefnagel, radiocontact 1953”. Inhoud: Interview met L. Hoefnagel, schipper van de “Sumus Umbra” (UK 41) uit Urk, over zijn belevenissen tijdens de watersnoodramp van 1953 toen zijn schip in onder andere de havens van Zijpe en Brouwershaven behulpzaam was bij het doorzenden en ontvangen van radioberichten. Uitvoerende: L. Hoefnagel. 1 cassettebandje.
Zeeuws Archief, Verzameling Geluid Schouwen-Duiveland, 1949-heden. Toegang 5513, inv.nr 8CB.
Gemeentearchief Schouwen-Duiveland. Presentatie Watersnoodramp februari 1953 (via Docplayer)
ZB | Krantenbank Zeeland | Zierikzeesche Nieuwsbode, 9 december 1988 | Watersnoodramp 1953
Museum Breskens | Urker noodnet
Hulpvloot 1953 | Verhalen
Rik Valkenburg. Woedend golfgeklots – Ramp 1953. Op: Theologienet | Interview met o.a. L. Hoefnagel en F.A. Bakker (PDF)
Kees Slager. De Ramp. Amsterdam 2003.
Reformatorisch Dagblad | Digibron 1 februari 1984 | Urker vissers brachten tijdens ramp radioverbinding tot stand
Tromp de Vries (red.) Redders, bergers, bouwers. Deel XI in de serie ‘Urker Uitgaven’. Stichting Urker Uitgaven 1986 (PDF)
Noodberichten Watersnoodramp 1953 op 'Wat staat daer?'
Lees op de online oefentool voor paleografie 'Wat staat daer?' twee noodberichten die schipper Louwrens Hoefnagel uit Urk vanaf de UK41 'Sumus Umbra' in de haven van Bruinisse verzond.
watstaatdaer.nl