Zo ben je bezig met een educatief project, zo sta je op een begraafplaats. Grafstenen en -monumenten zijn in feite ook een soort van documenten, zij het van steen. Maar hoe en waarom kwam ik daar nu terecht?
Volgend jaar bestaat de stad Vlissingen 700 jaar. Eén van de ideeën die geopperd werden, was het maken van een educatieve website voor het onderwijs. Voorwaarden waren onder meer dat de website voor meerdere jaren in de lucht moest blijven, ondersteunend van aard en geschikt voor de groepen 3-4 tot en met 7-8. Ondersteunend wil zeggen dat een leraar gebruik kan maken van wat de website biedt bij de behandeling van een thema in de klas, maar dat dat niet verplicht is.
Naast het aanbieden van korte teksten, beeld- en geluidsmateriaal et etcetera wordt ook verwezen naar bronnen wanneer een verdere verdieping gewenst is. Dat kan bijvoorbeeld een archiefdienst zijn voor meer foto’s en/of documenten, maar ook een stadswandeling of gastlessen. Vanzelfsprekend is ook dat een tekst die de kinderen in groep 7-8 behandelen en begrijpen, heel anders is dan wanneer het onderwerp in groep 3-4 aan de orde zou komen.
Samen met de Bibliotheek Vlissingen zijn wij nu aan het aftasten wat er nodig is en wie het gaat doen. Zo zal de bibliotheek onder meer een (globale) inventarisatie maken van de diverse leermethoden en de thema’s die in de klas worden behandeld met bijbehorende tijdsbalk. Bovendien gaat de Bibliotheek straks de website maken en nog veel belangrijker onderhouden. Het gemeentearchief als historisch kenniscentrum zal teksten en beeldmateriaal aanleveren, al dan niet als half- of als eindproduct. Gaandeweg zullen meer culturele instellingen worden ingeschakeld om daar waar nodig en of gewenst hun steentje bij te dragen. Dat kan voor één maar ook voor meerdere thema’s zijn.
Als proef is gekozen voor het thema industriële revolutie en dan met name de gevolgen voor Vlissingen. De reden voor dit onderwerp is het archief van de Kon. Mij. De Schelde, beheerd door het gemeentearchief Vlissingen [Zeeuws Archief] en dat bij uitstek industrialisatie in Vlissingen ‘verbeeldt’.
Bovendien zijn in Vlissingen nog ‘tastbare’ herinneringen aanwezig zoals het gebouw van de machinefabriek. Op het moment dat deze werf annex machinefabriek-ketelmakerij werd opgericht in 1875 was er geen sprake van grootschalige industrie c.q. nijverheid in de stad. Ja, er is een chocoladefabriek, een sigarenfabriek en een zeepziederij, maar daar houdt het wel een beetje mee op. De marinewerf die aan honderden arbeiders werk bood, was toen al enkele jaren buiten bedrijf. De uitbreiding en verbetering van het spoornetwerk en de havenwerken hadden (nog) niet het gewenste resultaat opgeleverd.
En toen, in 1875 werd De Schelde opgericht en groeide uit tot de grootste werkgever in Vlissingen en omgeving met soms duizenden werknemers.
Twee personen staan altijd op de voorgrond als het gaat om de beginfase, te weten: Arie Smit en Bruno Tideman. Voor het educatieve verhaal wordt echter iemand anders naar voren gehaald, namelijk de uit Schotland afkomstige ingenieur Martin. Gedurende zijn werkzaam leven is hij de grote man achter het constant verbeteren van de schepen, ketels, machines en andere producten gemaakt door De Schelde. Hij ontwerpt ook de nieuwe machinefabriek nadat het eerste gebouw al kort na de bouw afbrandt.
Martin wordt de hoofdrolspeler in de eerste tekst over industrialisatie en met zijn ogen gaan we kijken naar wat er in Vlissingen gebeurde. Zo is er onder meer een korte levensbeschrijving, foto’s van hemzelf en bestaat het graf nog waar hij begraven ligt. Het is een herinnering aan hem in steen gevat, dus een soort tijdsdocument. Vandaar ook dat bezoek vandaag aan de begraafplaats.