Halverwege oktober 1944 dobbert een kano over de Grote Abeele in Oost-Souburg. Omdat de geallieerden de zeedijken hebben gebombardeerd, staan grote delen van Walcheren onder water, waaronder deze straat. De meeste bewoners hebben hun huizen verlaten. In de kano zitten twee jongens van rond de twintig, W. en J. Beide zijn achtergebleven toen hun ouders geëvacueerd werden. De gevolgen van de oorlogsvoering in Zeeland bieden hen op crimineel vlak nieuwe mogelijkheden.
Over project 'Lokaal besturen tussen burger en bezetter'
Dit verhaal is één van de blogs over het project 'Lokaal besturen tussen burger en bezetter', waarbij onderzoek wordt gedaan naar het handelen van bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog.
/zeeuws-archief-werkt-mee-aan-landelijk-onderzoek-tweede-wereldoorlog/Om niet alleen thuis te zitten is J. tijdelijk bij zijn vriend W. ingetrokken. De jongens sturen hun kano naar de zijkant van een huis, waarop W. een raam openschuift en naar binnen klimt. J. wil niet mee en blijft achter in de kano.
Al snel komt W. terug met een stuk spek, ham en tarwe. J. laadt de voedingsmiddelen in de kano en samen brengen ze de buit naar huis. In de week daarna gaat W. nogmaals op dievenpad, nu wat verder weg in een woning in Welzinge en een boerderij bij Ritthem.
Bij de goed afgesloten woning krijgt hij de achterdeur open met zijn eigen huissleutel, de boerderij komt hij binnen door een raam open te schuiven. Hij neemt voornamelijk voedingsmiddelen mee: weckflessen met ingemaakt vlees, vet en fruit, pakjes pudding, bloem, bonen, erwten en gortmout.
Ook gebruiksproducten zoals kaarsen, petroleum en lucifers zijn welkome buit. Samen met J. eet hij een deel van de buit direct op.
Voorraad
Enkele weken na de inbraken ontvangt de politie van Middelburg van een onbekende bron inlichtingen over twee personen uit Oost- en West-Souburg. Zij zouden diefstallen hebben gepleegd uit woningen in overstroomd gebied.
Daarop worden W. en J. verhoord als verdachten. Beide biechten hun misdrijf op en leggen uitgebreide verklaringen af.
W. geeft toe dat hij J. heeft overgehaald om met de kano op pad te gaan om te zien of er in de buurt nog wat te halen viel. Het is niet de eerste keer dat hij betrapt is op een misdrijf: ondanks zijn jonge leeftijd veroordeelde de rechtbank van Middelburg hem al driemaal eerder wegens stroperij, oplichting en diefstal.
Over zijn meest recente wetsovertredingen stelt W. dat het zijn bedoeling was om ‘gedurende de wintermaanden een behoorlijke voorraad levensmiddelen in onze woning te hebben. Ik wist dat zulks strafbaar was, maar heb hierover niet verder nagedacht.’
Ook J. wist dat hij fout zat, maar zegt te hebben meegewerkt omdat zijn vriend hem heeft overgehaald. Hij heeft veel spijt.
Een gelukkig en gezegend 1945
Politie en justitie nemen de inbraken zeer serieus en sluiten de jongens op in het Huis van Bewaring in Middelburg. Terwijl de geallieerden Walcheren bevrijden, vervolgt de politie het onderzoek naar de stelende Souburgers. De huidige verblijfplaats van de oorspronkelijke eigenaren van de levensmiddelen is onbekend, dus zij kunnen geen verklaring afleggen.
Wel neemt de politie de bij W. thuis gevonden voedingswaren die nog niet soldaat zijn gemaakt in beslag, net als de kano. Omdat een deel van de gestolen goederen dreigt te bederven, verleent het Openbaar Ministerie toestemming om het vlees te verkopen aan het gasthuis in Middelburg, zodat het toch nog goed terecht komt.
Vanuit het Huis van Bewaring schrijft W. twee brieven: een naar de officier van justitie en een naar de rechters die zijn zaak gaan behandelen.
Hoewel hij volgens de inlichtingen van de politie niet tot een kerkgenootschap behoort, toont hij zich in deze brieven bijzonder vroom. Hij schrijft te betreuren dat hij heeft gezondigd ‘tegen God en de mensen’. In zijn cel leest hij veel in de Bijbel en zijn brief lardeert hij met citaten daaruit.
Bovendien vraagt hij nog een kans ‘om met eerlijke arbeid de schade welke ik mijn ouders en mijzelf heb aangedaan uit te wissen’. Zijn rechter wenst hij veel wijsheid toe bij het bepalen van zijn oordeel, en daarnaast een ‘gelukkig en gezegend 1945’.
‘Ik geloof wel, dat het voor u ook prettiger zult [sic] zijn wanneer u kunt zeggen, dat u een mens in de kracht van zijn leven een kans gegeven hebt en dat betreffend persoon die benut heeft en dat zal ik zowaar ik leef.’
— Verdachte W. in een brief aan de rechter
Ook schrijft hij: ‘Ik geloof wel, dat het voor u ook prettiger zult [sic] zijn wanneer u kunt zeggen, dat u een mens in de kracht van zijn leven een kans gegeven hebt en dat betreffend persoon die benut heeft en dat zal ik zowaar ik leef.’ Zouden deze brieven goed vallen bij de rechterlijke macht?
Beroepsdief
Op 24 januari velt de rechtbank in Middelburg een oordeel over W. en J. Tijdens een eerdere zitting heeft het Openbaar Ministerie al een gevangenisstraf van acht maanden geëist tegen J. en een van maar liefst tweeënhalf jaar tegen W. De verwachtingen zijn dus hooggespannen.
Bij beide jongens spreken de rechters over ‘een zeer ernstig feit’, omdat ze hebben gestolen uit ‘in verband met den watersnood verlaten’ woningen. Van J. hebben ze een redelijk positieve indruk gekregen: hij had nog geen strafblad en lijkt te hebben gehandeld onder invloed van zijn vriend W. Hij krijgt daarom een gevangenisstraf van vijf maanden.
Ten aanzien van W. zijn de rechters veel strenger. Anders dan J. is hij er meermaals op uitgetrokken om te stelen en hij heeft duidelijk het voortouw genomen. Ook zijn eerdere veroordelingen spelen in zijn nadeel.
De rechters stellen dat de ‘nog jeugdige verdachte ernstig gevaar loopt zich te ontwikkelen tot een beroepsdief’ en vinden dat hij ‘zeer ernstig’ moet worden ‘gecorrigeerd’ voordat er enig goeds van hem te verwachten valt.
Daarom volgen ze de strafeis van het Openbaar Ministerie en leggen ze W. een gevangenisstraf van tweeënhalf jaar op, uit te zitten in de bijzondere strafgevangenis voor ‘jonge lieden’ in Zutphen.
Afbeeldingen:
- overstroomde Grote Abeele uit beeldbank Zeeuws Archief, o.a. https://hdl.handle.net/21.12113/000545B2A82B4C838BDF73900DFC169D
- geanonimiseerde foto brief verdachte [bijgevoegd]
- Zeeuws Archief, 701 Arrondissementsrechtbank en parket Middelburg 1838-1989
-
- nr. 1338 weeklijstnummers 2052 en 2053;
- nr. 1426 vonnisnummers 22 en 23.
80 jaar vrijheid
Dit jaar 80 jaar geleden werd Zeeland bevrijd, te beginnen met Zeeuws-Vlaanderen vanaf september 1944 en met als laatste Schouwen-Duiveland in mei 1945. Het Zeeuws Archief beheert archieven over de Tweede Wereldoorlog (’40-’45), de bevrijding en de periode van wederopbouw. Begin je onderzoek daarom hier.
/onderzoek-het-zelf/bevrijding-tweede-wereldoorlog/