Het arsenaal in Vlissingen is bij velen bekend. Maar wat er nu staat is niet het originele arsenaal. Dat werd in 1968-1969 gesloopt en stond elders.
Het oude arsenaal stond op het zogenaamde ‘Eiland’, ongeveer op de plek waar nu de gebouwen van Damen Naval Shipbuilding en Amels staan.
In 1749 brandden de bestaande gebouwen af. In 1767 vroeg de Zeeuwse admiraliteit toestemming voor de bouw van een nieuw scheepsarsenaal. Dit nieuwe arsenaal kwam te staan naast de vroegere Rammekenspoort aan de oostzijde van wat later de marinehaven (dokhaven) werd.
Op 11 november 1807 ging de stad Vlissingen met haar grondgebied over in Franse handen. Vanwege de Franse aspiraties om zowel Vlissingen als Antwerpen verder in te richten als maritieme uitvalshavens voor de invasie van Engeland, veroverden in 1809 Engelse troepen Vlissingen. Bij hun terugtocht werd doelbewust het arsenaal in brand gestoken.
Nadat Vlissingen weer in Franse handen was, werd begonnen met de wederopbouw van het arsenaal. Het werd in feite opnieuw opgebouwd, al was er sprake van een massievere constructie. In 1814 werd het koninkrijk der Nederlanden gesticht en werd het arsenaal in gebruik genomen door de Koninklijke Marine.
Winkelman beschreef in 1873 het arsenaal als een gebouw met “zeer dikke muren, van buiten daarenboven voorzien van zware drummels [steunberen]. Het heeft twee verdiepingen, op ieder van welke zes ruime zalen zijn, waar alle benodigdheden voor de uitrusting van schepen bewaard werden, benevens een zeilmakerij”.
De dikte van de muren varieerde tussen de 1,50 en 1,90 meter. Het originele platte bomvrije dak werd in 1825 vervangen door een zinken dak voorzien van een smalle gaanderij op de nok’. In het gebouw werd door de Koninklijke Marine later een vertrek voor het verrichten van meteorologische waarnemingen ingericht.
Na de opheffing van de marinewerf in 1867 werd het gebouw in gebruik genomen door de in 1875 opgerichte Koninklijke Maatschappij De Schelde. In eerste instantie deed het dienst als sloepenwerkplaats maar later werd het tot in 1967 gebruikt om de modelmakerij en het magazijn voor de gietmallen te huisvesten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog schijnt het gebruik te zijn om onderdak te bieden aan Belgische vluchtelingen.
In 1968-1969 werd het gebouw gesloopt om plaats te maken voor de huidige bebouwing.