Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog laten de Duitsers Schouwen-Duiveland hals over kop evacueren. Het leidt tot chaotische taferelen, zoals bij de slagers: daar wil iedereen nog snel zijn varken laten slachten. Na de bevrijding worden grote herstelwerken opgepakt.
Project 'Lokaal besturen tussen burger en bezetter'
Dit verhaal is één van de blogs over het project 'Lokaal besturen tussen burger en bezetter', waarbij onderzoek wordt gedaan naar het handelen van bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog.
/zeeuws-archief-werkt-mee-aan-landelijk-onderzoek-tweede-wereldoorlog/Op 16 februari 1944 horen de burgemeesters van Schouwen-Duiveland tijdens een ingelaste vergadering in Zierikzee dat het eiland op last van de Duitse bezetter zal worden geïnundeerd.
De Zeeuwse Commissaris Afvoer Burgerbevolking baron J. Van Ittersum deelt mede dat het hele eiland moet evacueren. Burgemeester H. Vermeulen van Duivendijke maakt notities tijdens de bijeenkomst en noteert onder andere: ‘Wie blijft loopt gevaar na 5 maart te worden neergeschoten.’
‘Wie blijft loopt gevaar na 5 maart te worden neergeschoten.’
— Burgemeester H. Vermeulen van Duivendijke
In 1944 en 1945 laat de Duitse bezetter verschillende plekken in Nederland onder water lopen om de geallieerde opmars tegen te houden.
In Zeeland inunderen de Duitsers naast Schouwen-Duiveland ook Tholen en het oosten van Goeree-Overflakkee. In enkele weken vertrekken er noodgedwongen 60.000 Zeeuwen, waaronder 15.000 inwoners van Schouwen-Duiveland.
Spanning en hectiek
Het evacuatiebevel voor Schouwen-Duiveland wordt aangeplakt op de gemeentehuizen en verkondigd door dorpsomroepers.
De boodschap is voor veel inwoners een grote schok. Het zijn hectische, spannende dagen. Sommige Schouwen-Duivelanders zijn zelden of nog nooit van het eiland af geweest. Het valt hen zwaar dat ze zo abrupt weg moeten uit hun vertrouwde omgeving.
De eilandbewoners moeten zelf voor een evacuatieadres zorgen. De meesten doen een beroep op familieleden of vrienden en kennissen buiten de Zeeuwse eilanden. Anderen gaan langs de deuren bij vreemden in nabijgelegen plaatsen en vragen om onderdak.
Iedere evacué mag dertig kilo handbagage meenemen. Daarnaast kan er per persoon tweehonderd kilo aan goederen apart worden verscheept via vrachtschepen. Deze eigendommen worden later nagestuurd aan de evacués.
De Schouwen-Duivelanders verslepen de spullen die niet mee kunnen naar de bovenste verdiepingen van hun huizen, om waterschade te voorkomen. Omdat maar weinig eilandbewoners koffers hebben, improviseren ze met jutezakken, kussenslopen en tassen.
Veel Schouwen-Duivelanders bezitten een varken en willen het kostbare vlees meenemen tijdens de evacuatie. Ze laten hun varkens daarom nog snel slachten. Het loopt die dagen storm bij de slagers op het eiland.
Het verloop van de evacuatie
De evacuatie van Schouwen-Duiveland is een omvangrijke operatie. Het gebied heeft in de jaren veertig nog geen verbindingen met het vasteland. Alle inwoners moeten via de haven van Zijpe vertrekken.
De Schouwen-Duivelanders worden aangemoedigd om zich met de tram of de bus naar het Zijpe te verplaatsen. Vanaf hier varen vanaf 22 februari elke nacht vier stoomschepen met evacués naar Dordrecht en Numansdorp. Binnen een kleine drie weken moet de evacuatie zijn voltooid. De combinatie van dit korte tijdbestek en de reiscapaciteit van schepen die vanaf één punt op het eiland vertrekken, zorgt voor veel chaos en opstopping. Bij het Zijpe ontstaan grote vertragingen. Elke dag staat er een enorme rij mensen.
Opvangadressen
De meeste bewoners worden door de stoomschepen afgezet op de kade in Dordrecht. Vanaf dat moment wisselen de ervaringen van de evacués sterk.
Bijna iedereen weet zelf een onderkomen te vinden, zij het meestal onder zeer krappe ruimtelijke omstandigheden. Vaak kunnen de opvangadressen maar één kamertje beschikbaar stellen voor een compleet Zeeuws gezin. Soms ontstaan er spanningen tussen de onderdakgevers en evacués door bijvoorbeeld godsdienstige verschillen of ruimtegebrek.
Maar er zijn ook uitzonderingen. Enkele Schouwen-Duivelanders hebben geluk en komen op zeer bijzondere plekken in het land terecht. Sommigen krijgen ruime leegstaande huizen aangeboden, veel groter dan ze thuis gewend zijn.
Alle evacués beseffen echter op den duur dat de evacuatie van langdurige aard zal zijn.
Achterblijvers
Niet iedereen hoeft het eiland te verlaten. Landarbeiders, boeren en hun knechten blijven achter om landbouwproducten veilig te stellen en het vee te verschepen. De meeste mannen moeten verplicht helpen en kunnen zich pas later bij hun geëvacueerde gezinnen voegen.
Er zijn ook een aantal onmisbare mensen die permanent moeten achterblijven van de bezetter, zoals dorpsagenten en medewerkers van het waterschap.
Terugkeer en wederopbouw
Veel Zeeuwse gebieden worden in het najaar van 1944 bevrijd. Schouwen-Duiveland wordt echter pas op 7 mei 1945 bevrijd, nadat de nog aanwezige Duitse soldaten op het eiland zich overgeven.
Voordat de Schouwen-Duivelanders na de bevrijding kunnen terugkeren, moet het water eerst zijn weggepompt. Dit duurt erg lang, omdat de Duitsers de gemalen hebben vernield. De meeste inwoners kunnen daarom pas vanaf juli 1945 naar huis.
Daarnaast verloopt de terugreis vanuit de verschillende hoeken in Nederland waar de evacués zich bevinden vaak niet gemakkelijk. In het pas bevrijde Nederland zijn de vervoersmiddelen schaars.
De meeste geëvacueerde Schouwen-Duivelanders schrikken bij terugkomst. Er is veel schade op het eiland, zowel veroorzaakt door oorlogsgeweld als de inundatie. Vooral Oosterland en Bruinisse zijn zwaar getroffen.
Naast de vernielingen treffen velen hun huis leeg aan. Er is op grote schaal geplunderd in woningen. Toch gaan de eilandbewoners niet bij de pakken neer zitten. Zo worden vernielde bruggen en de trambaan in rap tempo hersteld. Op 2 juli 1945 bericht het blad De vrije stemmen van Schouwen-Duiveland: ‘Er wordt hard gewerkt aan het weer bruikbaar maken van ons eiland.’
- De vrije stemmen van Schouwen-Duiveland : tevens mededeelingenblad militair gezag, ‘De inundatie van ons eiland’, 02-07-1945.
- Mellink, Geert-Jan, Peter Saal en Steven van Schuppen (2017). Verdreven voor de Atlantikwall: ontruiming en afbraak van de Nederlandse kuststreek, 1942-1945. Zwolle: WBooks.
- Slager, Kees (2013). Verjaagd door vuur en water. Evacuatie- en vluchtelingenverhalen van Zeeuwen. Vlissingen: Den Boer / De Ruiter.
In de Zeeuwse Bibliotheek (ZB) in Middelburg kun je een interview beluisteren over de evacuatie op Schouwen-Duiveland.
80 jaar vrijheid
Dit jaar 80 jaar geleden werd Zeeland bevrijd, te beginnen met Zeeuws-Vlaanderen vanaf september 1944 en met als laatste Schouwen-Duiveland in mei 1945. Het Zeeuws Archief beheert archieven over de Tweede Wereldoorlog (’40-’45), de bevrijding en de periode van wederopbouw. Begin je onderzoek daarom hier.
/onderzoek-het-zelf/bevrijding-tweede-wereldoorlog/