Van kerk tot magazijn tot een muur bij een parkeerplaats. De Oostkerk in Vlissingen bestaat al heel lang niet meer.
Grenzend aan de parkeerplaats is deze muur het laatste restant van de Oostkerk staande aan de oostzijde van de Dokhaven en de Onderstraat.
Tussen 1650 en 1654 werd haar voorganger gebouwd. Op 14 januari 1749 ging dit gebouw samen met het arsenaal, ook bekend als ‘s lands zeemagazijn, door brand verloren. In 1752 werd een nieuwe kerk gebouwd.
Op 11 november 1807 ging de stad Vlissingen met haar grondgebied over in Franse handen en nam de Franse marine de Oostkerk in gebruik als magazijn. Vanwege de Franse aspiraties om zowel Vlissingen als Antwerpen verder in te richten als maritieme uitvalshavens voor de invasie van Engeland veroverden in 1809 Engelse troepen Vlissingen. Opnieuw ging het pand in vlammen op. Alleen de muren resteerden nog, toen in 1812 op de locatie een magazijn werd gebouwd.
De Nederlandse marine nam in 1814 de werf in Vlissingen in gebruik. Vanaf 1815 doet het pand als magazijn no. 2 opnieuw dienst. Op de drie verdiepingen werden kabels en ander touwwerk en verder ankers en kettingen opgeslagen. Na het opheffen in 1869 van de marinewerf, nam in 1875 de Kon. Mij. De Schelde het complex inclusief dit magazijn over. In de daaropvolgende decennia volgde een ingrijpende verbouwing, waarna het gebouw vanaf 1899 dienst deed als gieterij.
Na sloop van de opstallen resteert vandaag de dag dit restant muur staande aan de achterzijde van de parkeerplaats langs de Koningsweg.