Daguerreoypie: begin van de fotografie

Dit wordt een  ietwat technisch verhaal. Hou vol, want ook al zijn alle afbeeldingen in onze beeldbank mij lief, er zijn oogappeltjes onder. Over één van die schatten wil ik het hebben. En daarvoor moet ik het een en ander uitleggen. Daar gaan we!

We beginnen dit keer met de achterkant van een foto. Voor iemand die werkt in een archief, net als voor museummedewerkers en vele anderen, is de achterkant vaak het interessantste deel van een object. Iedereen heeft wel een keertje “Tussen Kunst en Kitsch” gezien; elke aflevering is er wel een schilderij dat omgedraaid wordt om te kijken naar alle dingen die je daar aantreft, zoals het gebruikte materiaal, veilingstempels enzovoorts. Ook bij foto’s is de achterkant van belang. De meeste mensen hebben de (goede) gewoonte daar dingen te noteren als: “Ome Jan en tante Mien op een olifant, 1975”. Voor degenen die een foto moeten beschrijven zeer handig om te weten. Het beest op de foto lukt nog wel, maar wie zijn die angstig kijkende ouderen er bovenop? En wanneer is dit nou? Daarom kijk je altijd naar die achterkant.

Louis Jacques Mandé Daguerre

Achterzijde Daguerreotypie. SP 0738

En de achterkant die we hier zien vertelt eigenlijk al wat de voorkant zal tonen. Dit is de achterkant van een Daguerreotypie (zo heet die techniek). Voor we verdergaan even wat  informatie. Louis Jacques Mandé Daguerre was zowel kunstenaar als chemicus; een voor de beschaving buitengewoon gelukkige combinatie. In de jaren ’30 van de 19e eeuw wist hij, in samenwerking met enkele anderen, een techniek te ontwikkelen waardoor een afbeelding kon worden vastgelegd door middel van een chemisch proces, in plaats van via de technieken van een kunstenaar. Daguerre combineerde een aantal dingen en kwam met een revolutionaire nieuwe uitvinding. Simpel gezegd ging dat als volgt: je bedekte een koperplaat met zilver, poetste dat vlak voor de opname spiegelglad schoon en liet dan dampen van zilverjodide, halogeengas of soms broom op de plaat neerslaan, bij hooguit miniem licht. Dan ging die plaat in een af sluitbare lichtdichte houder die in de  camera gaat; binnenin trok je de voorkant er af, dan lensdop eraf en wachten.

Afhankelijk van de hoeveelheid licht die op het onderwerp viel, seconden tot (soms veel!) minuten wachten. Daarna: terug naar de donkere ruimte en kwikdampen over de plaat laten gaan om de afbeelding ‘omhoog’ te laten komen, waarna de plaat in een verzadigde zoutoplossing gaat om te fixeren. Als laatste werd de koperplaat in een afgesloten doosje gestopt. En klaar is kees, of eigenlijk Louis. Het procedé, de eerste foto’s, werd in de jaren ’40-’50 van de 19e eeuw een wereldwijd succes. Binnen de kortste keren experimenteerden overal mensen met de nieuwe techniek.

Studio

Ook H.H. Roelse in Middelburg schijnt zo iemand geweest te zijn. Door de vele beperkingen maakte men de foto’s het liefst binnen, waar de lichtomstandigheden beter te beheersen waren dan buiten.  Meestal gebruikte men een studio met veel glas, soms zelfs als dak, om veel lichtinval te krijgen, die dan kon worden aangepast met gordijnen. Men ging dus naar de fotograaf, om daar een portret te laten maken. Eén portret, want Daguerreotypies zijn unieke opnamen.

Portret van een onbekende man, 1852 – 1862. SP 0738

‘Onze’ daguerreo  is een zeldzaam juweel in de schatkist van de fotoverzamelingen die we hebben. Soms, bijvoorbeeld voor het maken van de scans die bij dit blogje gebruikt zijn, heb je ze even in handen. Dat juweelidee is niet zo gek als het klinkt: de met zilver bedekte koperplaat werd vaak nog met goudchloride van een laagje goud voorzien om de afbeelding beter te maken. Je moet op de juiste manier, onder de juiste hoek, naar die foto’s  kijken, anders zie  je alleen een spiegel. Bovendien verandert de afbeelding, bij het bewegen, van positief naar negatief en terug. Het zijn opvallende objecten. En behoorlijk zeldzaam. In Nederland zijn er alles bij elkaar zo’n 300 bij alle overheidsarchieven terug te vinden. Musea hebben er meer, maar al met al zijn ze een zeldzaamheid. Niet vreemd voor zo’n kwetsbaar object. Na ruim anderhalve eeuw.

Helaas weten wij vrijwel niets van het exemplaar in onze afbeeldingencollectie. We weten niet wie we zien of wanneer deze precies gemaakt is. We kunnen alleen maar noteren: “Portret van een onbekende man”. Gelukkig dat de achterkant dus in ieder geval iets meer informatie oplevert. De opname zal in ieder geval niet ver na 1850 zijn gemaakt, want toen al waren er andere en betere fototechnieken opgedoken, die de Daguerreotechniek snel verdrongen. Maar in die relatief korte tijd – van hooguit enkele tientallen jaren – is onze wereld enorm veranderd. De foto had zijn intrede gedaan.

Daguerreobase

Collectieve catalogus van daguerreotypieën

www.daguerreobase.org

Fotografie in Zeeland

Over de ontwikkeling van fotografie in Zeeland en Zeeuwse fotografen.

/zeeuwse-verhalen/fotografie-in-zeeland/