‘De Bolwerken – Van oreillon tot skatesculptuur’ is een tentoonstelling over de geschiedenis van de bolwerken die van 19 april tot en met 15 juni 2010 te zien was in het Zeeuws Archief. De expositie over de voormalige vestingwerken is een activiteit in het kader van de voltooiing van het herstelplan van de Middelburgse bolwerken.
Van vestingwerk tot stadspark
De bolwerken, die als een krans rondom de monumentale binnenstad van Middelburg liggen, bepalen vanaf de zestiende eeuw het beeld van Middelburg. Een oreillon is van oudsher een strategisch punt op een bastillon. Vaak is het een uitstekend torentje, meestal rond of veelhoekig. In tijden van onraad en tijdens gevechten was de oreillon het punt dat volledig overzicht op een situatie gaf. De vestingwerken werden tussen 1841 en 1848 vergraven en door de beroemde tuinarchitect K.G. Zocher omgevormd tot een stadspark in Engelse landschapsstijl. Tijdens de inundatie in 1944 is de beplanting verloren gegaan. De herinplant, waarmee in 1947 een aanvang werd gemaakt, moest zorgen voor een snel herstel van het oorspronkelijk groene beeld.
Herstelplan
Omdat het gebied vol gegroeid was, werd vanaf 2005 een gefaseerd herstelplan uitgevoerd. Dit proces, waarin specifieke ontwerpprincipes en thema’s bij vestingwerken komen aan de orde kwamen, heeft kunsthistorica Renée Borgonjen voor de Middelburgse situatie in woord en beeld zichtbaar gemaakt.
De geschiedenis zichtbaar gemaakt
De tentoonstelling bestaat uit twee gedeelten: een algemeen deel, samengesteld door Copijn tuin- en landschapsarchitecten, over de bolwerken van Groningen, Haarlem, Hellevoetsluis en Middelburg, hun oorspronkelijke doel en de transformatie in (stads)parken, en een specifiek Middelburgs deel dat ontworpen is door kunsthistorica Renée Borgonjen. Dit gedeelte bestaat uit drie tafels met grote bladerboeken over de geschiedenis, de beplanting en de gebouwen op de bolwerken.