Meesterlijk zilverwerk

Twee zilveren theekistjes van de hand van Hendrik Boshart bevinden zich in de stadhuiscollectie van Middelburg. Theedrinken was in de 18e eeuw een elegante en verfijnde bezigheid en dat heeft Boshart met zijn werk meesterlijk tot uitdrukking gebracht.

Beide kistjes zijn gemaakt in een draadwerk- of filigraantechniek. Boshart heeft ontelbare zilveren draden verwerkt tot een sierlijk symmetrisch motief. Hoewel beide kistjes veel overeenkomsten hebben, is het eerste uit 1771 en het tweede uit 1789. Het theekistje uit 1771 is 17 cm hoog, 17 cm breed en 12,5 cm diep. Het kistje uit 1789 is iets kleiner: 12,5 cm hoog, 13,5 cm breed en 10,5 cm diep.

Opmerkelijk is dat de vormen van de kistjes ontleend zijn aan de 17e eeuw, terwijl de decoratieve handgrepen modieus zijn in de tweede helft van de 18e eeuw.

  • NL-MdbZA_1901_151-1

    Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1771. Hxbxd 17x17x12,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 151

  • NL-MdbZA_1901_151-2

    Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1771. Hxbxd 17x17x12,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 151

  • NL-MdbZA_1901_151-4

    Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1771. Hxbxd 17x17x12,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 151

  • NL-MdbZA_1901_151-5

    Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1771. Hxbxd 17x17x12,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 151

  • NL-MdbZA_1901_151-6

    Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1771. Hxbxd 17x17x12,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 151

    • NL-MdbZA_1901_152-1

      Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1789. Hxbxd 12,5x13,5x10,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 152

    • NL-MdbZA_1901_152-2

      Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1789. Hxbxd 12,5x13,5x10,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 152

    • NL-MdbZA_1901_152-3

      Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1789. Hxbxd 12,5x13,5x10,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 152

    • NL-MdbZA_1901_152-4

      Theekistje, zilver, filigrain. Maker: Hendrik Boshart, Middelburg, 1789. Hxbxd 12,5x13,5x10,5 cm. Zeeuws Archief, Stadhuiscollectie Middelburg, inv.nr 152

      Schaarsheid goud- en zilverwerk

      Middelburg is altijd rijk geweest aan goud- en zilversmeden en toch is er relatief weinig goud- en zilverwerk bewaard gebleven. Dat is grotendeels het gevolg van de ‘bevrijding’ van de Republiek der zeven verenigde provinciën door Frankrijk. De nieuwe staat, de Bataafse Republiek, betaalde een hoge prijs.

      Frankrijk eiste bijvoorbeeld een schadeloosstelling van honderd miljoen gulden. Ook Zeeland diende zijn bijdrage te leveren. In een poging de lege schatkist te spekken, verordenden de Zeeuwse bewindhebbers, de ‘provisionele representanten van het volk van Zeeland’, bij plakkaat van 7 mei 1795 dat alle Zeeuwen zijn of haar gouden en zilveren bezittingen moesten inleveren.

      Overval op de winkel van Boshart

      Een paar dagen later, in de nacht van 11 mei 1795, werd in de winkel van zilver- en goudsmid Hendrik Boshart in Middelburg ingebroken. Hendrik Boshart (1732-1801) woonde en werkte aan de Krommeweele, hoek Penninghoeksingel, bij de Seisbrug. Uit de voorwinkel werden 5 lades en 15 dozen met goud, zilver en parels weggenomen, evenals twee grote, vergulde zilveren bekers, vijf vitrines met inhoud en ‘al het geen onmogelijk is om verder te bepaalen’. Er werd een ‘opsporingsbericht’ gedrukt, waarvan het onderstaande exemplaar bewaard is gebleven in de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek.

      Ontelbare voorwerpen verdwenen dus spoorloos… Die konden alvast niet meer worden ingeleverd. ‘Prime suspect’ lijkt de winkeleigenaar zelf, toch ligt het niet voor de hand Hendrik Boshart van het misdrijf te verdenken. Voorwerpen bij goud- en zilversmeden en kashouders waren namelijk vrijgesteld van inlevering – op voorwaarde dat de edelsmeden konden aantonen dat het goud of zilver tot hun voorraad behoorde. In dat geval dienden zij de voorwerpen opnieuw te laten merken, namelijk met de jaarletter 1795.

      Als peildatum voor de inlevering gold 1 maart 1795. Alle gouden en zilveren voorwerpen in bezit op die datum moesten worden ingeleverd, of afgekocht. Iedereen mocht zoveel goud en zilver afkopen als hij wilde, mits de waarde ervan werd vergoed. Bij afkoping kreeg een voorwerp het jaarmerk 1795.

      Behalve de voorwerpen aanwezig bij goud- en zilversmeden waren er nog meer uitzonderingen. Vrijgesteld waren:

      • muntgeld, gedenkpenningen en medailles
      • zilveren lepels, vorken en mesheften
      • gouden en zilveren dozen
      • het beslag van boeken en meubels
      • goud en zilver in gebruik bij de kerkdienst

      Ook persoonlijke eigendommen die op het lichaam gedragen werden vielen buiten de regeling. Voorbeelden hiervan zijn gespen, ringen, hoofdsieraden, kokers, snuif- en (zak)tabaksdozen, horloges en horlogekettingen. Overschreed de waarde van deze bezittingen echter het bedrag van 50 ponden Vlaams, dan moest het surplus worden ingeleverd of afgekocht.

      Goud en zilver van gilden

      Genootschappen en gilden, diakonieën en Godshuizen, werden niet vrijgesteld. Zij dienden net als particulieren hun gouden en zilveren bezittingen in te leveren.

      Goud en zilver dat door een ander dan de eigenaar werd beheerd, moest ook worden afgestaan. Zo werden ouders, voogden, maar ook weeskamers en administrateurs verplicht het goud en zilver dat zij voor anderen beheerden, in te leveren.

      Ten tijde van de belastingmaatregel waren minder dan 50 zilversmeden in Middelburg werkzaam. Het moet een hechte gemeenschap zijn geweest, ook na de opheffing van alle gilden, inclusief het goud- en zilvermedengilde, in 1798. Om de kwaliteitscontrole toch in stand te houden, mocht een aantal gilden min of meer blijven bestaan als zogenaamde ‘vernietigde’ of ‘gewezen’ gilden, zo ook het goud- en zilversmedengilde.

      Verwanten van Boshart

      Opmerkelijk in het geval van Hendrik Boshart is dat hij zijn winkel aan de Krommeweele kocht van een zilversmid (Johannes d’Hoij, 13 mei 1771 voor 500 ponden Vlaams), en dat na zijn overlijden in 1801 zijn nalatenschap werd afgewikkeld door drie personen, waaronder twee zilversmeden. Deze collega’s woonden ook nog eens dichtbij. Zo woonde Willem Langebeke op de Seisdam en Cornelis Groosteknetter in de Langeviele. De derde persoon was zijn echtgenote Maria Francina de Baare, die een jaar later hertrouwde met de bovengenoemde zilversmid Langebeke.

      Meer zilver zien?

      Bekijk zilveren voorwerpen die het Zeeuws Archief beheert voor de gemeenten Middelburg en Veere en waterschap Scheldestromen

      www.zeeuwsarchief.nl