Domburgse badvrouw herkend op affiche

Co Geldof uit Middelburg kon zijn ogen niet geloven toen hij het affiche zag van de nieuwe fototentoonstelling in Stadhuismuseum De Vierschaar in Veere. Op dat affiche stond zijn moeder, Martina Geldof-Wisse. Voor de oorlog werkte zij als badvrouw op het strand en in die hoedanigheid is zij gefotografeerd. In 1944 kwam zij om bij geallieerde beschietingen op Domburg. De tentoonstelling in Veere toont de vroegste foto’s uit de Veerse gemeenten onder de titel ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’. De foto met Martina Geldof-Wisse is de vroegst bekende kleurenfoto.

Affiche expositie Gelukkig hebben we de foto’s nog! t/m oktober 2012 in Stadhuismuseum De Vierschaart te Veere.
Affiche expositie Gelukkig hebben we de foto’s nog! t/m oktober 2012 in Stadhuismuseum De Vierschaart te Veere.

Co Geldof en zijn zus Catharina Hendriksen-Geldof halen herinneringen op. Catharina herinnert zich als oudste het meest van haar moeder. “Ze werkte als badvrouw op het badstrand. Dat was het strand achter de huidige strandtent de Stenen Toko. Mijn moeder hielp de vrouwelijke badgasten bij het baden. Met opgeknoopte rokken liep ze met de badkoets een eindje mee het water in, hielp de badgast vervolgens uit het koetsje en bracht haar daarna naar het touw, dat in het water was gespannen. In die tijd zwommen de badgasten niet, ze baadden.” Als er geen badgasten waren breiden de badvrouwen. “Kousen”, zegt Co. En inderdaad, op de foto op het affiche poseren de badvrouwen met hun breiwerk.

Fotograaf uit Berlijn

De foto kenden broer en zus wel uit een boek. Zelf hebben ze een zwart-wit exemplaar waarop het gezelschap in een iets andere opstelling poseert. De foto’s werden genomen in de zomer van 1931. Moeder Martina Geldof-Wisse zit gehurkt naast de badstoel waarin Cornelia (Kee) Bos zit. Rechts daarvan staat badman Chris Maas. De fotograaf was Wilhelm Tobien, een Duitse kunstschilder uit Berlijn. Hij publiceerde de foto’s twee jaar later in het Amerikaanse National Geographic Magazine. Tobien maakte voor het tijdschrift als een van de eersten kleuren- of autochrome foto’s.

Badvrouwen en -mannen op het strand in Domburg, 1931
Foto die Wilhelm Tobien in 1931 maakte en in 1933 publiceerde in het National Geographic Magazine

Strand verboden terrein

Na het uitbreken van de oorlog werd het strand verboden terrein. Moeder Wisse-Geldof zocht en vond een andere bijverdienste, ze nam een kruidenierswinkeltje in de Herenstraat over. “Toen ze ermee begon, bestond de voorraad uit een doos natte vloeitjes en een kilo zout. Dat werd tenminste altijd verteld”, herinnert Co zich. Vader Geldof was huisschilder. “Hij heeft nog eens het haantje op de Lange Jan verguld”, weet Catharina. Behalve Catharina en Co telde het gezin nog een dochter. Tot de inundatie in 1944 woonde de familie tijdelijk in de bijgebouwen van een villa even buiten het dorp, daarna verhuisde het gezin samen met een oom en tante en drie kinderen naar het huis met het kruidenierswinkeltje.

Granaten op Domburg

Bij de geallieerde beschieting op 1 november gaat het goed mis. Een regen van granaten valt op Domburg. Bij de eerste inslag wordt Martina Geldof-Wisse gedood. “We stonden met z’n allen in de tuin, mijn moeder deed de was”, vertelt Co. “Iedereen liep weg en ik speelde nog bij mijn moeder met het blauwsel in de kuip met spoelwater”. Nadat zijn moeder hem had vermaand ermee op te houden, en hij een paar stappen van haar vandaan was gelopen, sloeg de granaat in. “Ik werd door de luchtdruk weggeslingerd, mijn moeder was dood.” Daarna volgde een bange vlucht door het met granaten bestookte dorp. 46 Personen verloren die dag in Domburg het leven. Co en Catharina hebben er heel lang niet over kunnen praten.

Foto van Wilhelm Tobien, 1931, in bezit van Co en Catharina Geldof.
Foto van Wilhelm Tobien, 1931, in bezit van Co en Catharina Geldof.

Domburg en de badgasten

“Het badseizoen duurde van juli tot en met 31 augustus”, vertelt Co. De badgasten brachten geld in het laatje. “Domburg is een echt arm dorp geweest, veel landbouw was er bijvoorbeeld niet. De inwoners verhuurden in het badseizoen hun eigen huis en gingen dan zelf in het zomerhuisje achter op het erf wonen.”
De Domburgers mochten niet zo maar op het badstrand komen. “Dat was voor de badgasten, daar moest je voor betalen. Maar wij mochten er wel op om naar onze moeder te gaan”, aldus Catharina. “En om te spelen met de kinderen van de badgasten”. Co: “Dat ging ook na de oorlog nog lang zo door. Elk jaar omstreeks half juli en in augustus kwamen dezelfde families en dan speelden we met de kinderen op het strand.”

Groot feest

Catharina en Co Geldof, 2012
Catharina en Co Geldof, 2012

Voor de badgasten werd vertier georganiseerd. “Voor de kinderen een bal in het badpaviljoen”, zegt Catharina. “Maar daar kwamen wij niet. Wij hadden groot feest op de laatste dag van augustus, Koninginnedag. Koningin Wilhelmina was jarig, maar wij vierden vooral dat het seizoen om was. We gingen van het zomerhuis weer in ons eigen huis wonen. Eigenlijk vierden we dat we het dorp weer terug hadden.” “En iedereen had natuurlijk kunnen verdienen, dus kon er ook gefeest worden”, vult Co aan.

Catharina is op familiebezoek bij Co. Zij en haar man wonen al tientallen jaren in Gelderland. Regelmatig bezoeken ze Middelburg en Domburg. “Om op een terrasje te gaan zitten”, zegt Co, en Catharina besluit: “Nu zijn we zelf badgasten geworden.”

Badvrouwen en -mannen op het strand in Domburg, 1931

N.B. Van een lezer ontving het Zeeuws Archief de aanwijzing dat de staande man links op de foto Laurens Provoost (1905-1939) is en de staande man rechts Jan Provoost (1894-1960). De foto staat ook in het boek Historische Atlas van Walcheren.

Van badkoets tot badplaats

Het zeebad werd in Nederland geïntroduceerd door de Fransen in de Napoleontische tijd. Scheveningen werd in 1818 de eerste Nederlandse badplaats. Het was vooral aan de Duitse kuurgasten te danken dat het initiatief slaagde. In Zeeland kreeg Domburg als eerste in 1834 een badinrichting. In 1837 werd op de plek van het huidige Badpaviljoen het allereerste badhuis gebouwd.

/zeeuwse-verhalen/toerisme-op-walcheren/van-badkoets-tot-badplaats/